25 JAAR

25 GEDENKWAARDIGE FEITEN
IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Activiteitenverslag

logo GOB

logo GOB

“Sinds 25 jaar kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rekenen op de samenwerking van vrouwen en mannen die zich ten volle wijden aan hun taken als openbare dienstverlener. Door kwaliteitsdiensten aan te bieden, zorgen ze er mede voor dat Brussel een toegankelijk gewest is voor iedereen, een stad waar het aangenaam samenleven is. Ik wens hen daarvoor van harte te danken. De uitdagingen van deze nieuwe legislatuur zijn aanzienlijk en vereisen een grote inzet van elke partner van de Regering en van de medewerkers en medewerksters van onze Gewestelijke Overheidsdienst. Ik ben er zeker van dat we deze uitdagingen het hoofd kunnen bieden. Het is dus dankzij deze samenwerkingsgeest die gebaseerd is op wederzijds begrip en respect en op samenwerkingsprincipes en vertrouwen dat ik het werk dat zij reeds verricht hebben met hen wens verder te zetten.”

Fadila Laanan,
Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
bevoegd voor Openbaar Ambt

bloemblaadjes-gob

Sinds 25 jaar wordt de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel collectief bestuurd door een Directieraad. De Directieraad is samengesteld uit de Secretaris-generaal, de Adjunct-secretaris-generaal en de Directeurs-generaal die aan het hoofd staan van onze zeven besturen. Hij werkt nauw samen met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en is verantwoordelijk voor de algemene organisatie, het beheer en de coördinatie van de opdrachten van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

directieraad

De leden van de Directieraad zijn (van links naar rechts): Dirk De Smedt, Directeur-generaal van Brussel Fiscaliteit – Peter Michiels, Directeur-generaal van Brussel Economie en Werkgelegenheid – Julie Fiszman, Directeur-generaal van Brussel Financiën en Begroting – Christian Lamouline, Secretaris-generaal – Norbert De Cooman, Adjunct-secretaris-generaal – Arlette Verkruyssen, Directeur-generaal van Brussel Stedelijke Ontwikkeling – Jean-Paul Gailly, Directeur-generaal van Brussel Mobiliteit – Michel Van Der Stichele, Directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen

bloemblaadjes-gob

VOORWOORD

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft dit jaar 25 kaarsjes uitgeblazen en vertoont nog geen enkele rimpel ... net zoals zijn administratie!

Wel integendeel, onlangs zijn we van naam veranderd: het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is nu de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel geworden. Door voor deze nieuwe benaming te kiezen, willen we een sterk signaal geven, zowel naar onze medewerkers als naar de buitenwereld toe. Onze boodschap is duidelijk. We zijn onze diensten aan het moderniseren en we stellen alles in het werk om een kwaliteitsvolle dienstverlening te bieden aan de Brusselaars, aan de bedrijven, aan de verenigingen, aan de Regering en het Parlement, aan de mensen die bijvoorbeeld in Brussel werken, kortom: aan u allemaal. Hiertoe hebben we performante en vernieuwende tools in gebruik genomen en hebben we blijk gegeven van nog meer creativiteit en doeltreffendheid in al onze interventies.

De kwaliteit van onze diensten is immers onontbeerlijk voor de verbetering van uw dagelijks leven. Zoals u weet, moet het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer dan ooit het hoofd bieden aan tal van uitdagingen. Voor ons als administratie staan deze uitdagingen dan ook centraal in veel van onze opdrachten. Het overheidsoptreden dichter bij de mensen brengen en doeltreffender maken, alle actoren verenigen rond gemeenschappelijke projecten, onze omgeving begrijpen en er continu mee interageren, succesvolle partnerschappen aangaan en uw leven zo veel mogelijk vereenvoudigen, dát is onze visie en onze ambitie!

Om al deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden, hebben we uiteraard een goede expertise en een niet te verwaarlozen menselijk kapitaal nodig. Meer dan 1.800 medewerkers, vrouwen en mannen met diverse en elkaar aanvullende ervaringen, zetten zich elke dag maximaal in om aan de behoeften van onze klanten en partners te voldoen. Ze leggen zich helemaal toe op hun werk en volgen opleidingen om op de hoogte te zijn van alle nieuwigheden. We willen hen van harte danken want het is dankzij hen dat onze overheidsdienst is wat ze vandaag is. Om zich nog beter in te zetten voor het welzijn van de “klanten/gebruikers”, heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in december 2013 het nieuwe ontwerp van Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) goedgekeurd, de opvolger van het eerste ontwikkelingsplan van 1995 dat in het Gewest de grondslag voor de territoriale ontwikkeling vormde. Het GPDO heeft de lijnen uitgetekend om van Brussel tegen 2020 een meerpolige, mozaïekvormige buurtstad te maken.

Concreet wil het Gewest met behulp van het GPDO een antwoord bieden op de bevolkingsgroei, op de tewerkstellings- (dus ook opleiding en onderwijs), huisvestings- en mobiliteitskwesties, op de milieu- en sociale uitdagingen (strijd tegen armoede en de dualisering) en op de internationalisering van Brussel.

Tijdens het opstelproces werd er al veel overleg gepleegd over de grote lijnen van het GPDO. Nu het door de Regering goedgekeurd is, wordt het GPDO onderworpen aan een openbare raadpleging. De bedoeling hiervan is de contacten met de burgers-klanten te verbeteren, die de voornaamste belanghebbenden van de toekomst van hun stad zijn. De eerder aangehaalde interne uitdagingen worden op die manier geconcretiseerd in de dienstverlening naar het grote publiek. De nieuwe Regering zal het GPDO dat gewijzigd werd op basis van de resultaten van de raadpleging moeten onderwerpen aan een openbaar onderzoek.

Voor de 25ste verjaardag van de GOB wilden we een “speciaal” verslag uitbrengen, met naast het GPDO daarin 25 gedenkwaardige feiten die u een weliswaar kort maar zeer veelzeggend overzicht zullen geven van de projecten die onze overheidsdienst verwezenlijkt heeft. Het was een moeilijke keuze: er valt zoveel te vertellen! Het is vanzelfsprekend dat deze 25 projecten evenveel facetten van ons werk belichten: het bevorderen van de economische ontwikkeling en het creëren van arbeidsplaatsen, een actief mobiliteitsbeleid, steun aan de gemeenten en andere plaatselijke besturen, een goed beheer van de gewestelijke financiën, een intelligente belastingheffing, stadsvernieuwing en het behoud van ons erfgoed.

Wilt u al deze projecten ontdekken en te weten komen wat er achter de naam “Gewestelijke Overheidsdienst Brussel” schuilgaat? Aarzel dan niet langer en ga vlug naar de volgende bladzijde!

We wensen u veel leesgenot.

    Handtekening De Cooman Handtekening Lamouline
    Norbert De Cooman,
    Adjunct-secretaris-generaal
    Christian Lamouline,
    Secretaris-generaal

    bloemblaadjes-gob

    GROEIEN

    Een plaats in de kinderopvang vinden voor de jongste. Voorkomen dat de oudste de school verlaat. In het dagelijkse leven zijn er zoveel zaken die gezinnen zorgen baren. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is Brussel Plaatselijke Besturen bevoegd voor de organisatie, het toezicht en de fi nanciering van de plaatselijke besturen. In die hoedanigheid kan dit bestuur de gemeenten ondersteunen bij hun preventiebeleid of samenwerken met de gemeenschapscommissies voor het creëren van opvangplaatsen in crèches en scholen om een antwoord te bieden op de bevolkingsgroei in de hoofdstad.

    Want de tijd dat Brussel zich zorgen maakte om het verlies van inwoners en dat men onze hoofdstad een langzame dood voorspelde, ligt ver achter ons... Vandaag spreekt iedereen nog maar over één ding: de bevolkingsgroei. In 2020 zal het gewest meer dan 57.000 peuters tellen (kinderen onder de drie jaar). Dat zijn er 6.000 meer in vergelijking met 2013.

    01

    897 NIEUWE OPVANGPLAATSEN IN CRÈCHES EN 3.836 NIEUWE PLAATSEN IN HET KLEUTER- EN BASISONDERWIJS

    Om een antwoord te bieden op deze demografische uitdaging heeft het Gewest in 2007 een gewestelijk “Crècheplan” opgesteld om bijkomende opvangplaatsen te financieren door subsidies toe te kennen voor het bouwen of vernieuwen van gebouwen in de gemeenten.

    Er is een gewestelijk budget van 13,9 miljoen euro vrijgemaakt, gespreid over 4 jaar (2007-2010), daarmee zijn al 897 nieuwe crècheplaatsen gecreëerd.

    Sinds 2011 moet het Gewest vanwege een beslissing van het Grondwettelijk Hof de crèches financieren via een dotatie aan de gemeenschapscommissies: de “Commission Communautaire française” (COCOF) (80% van het bedrag) en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) (20% van het bedrag).

    Aan Franstalige kant (COCOF) vertaalde dit zich in de voortzetting van een “Franstalig crècheplan”. Er wordt een jaarlijks terugkerend budget van 4,8 miljoen euro vrijgemaakt om extra plaatsen in de opvangstructuren te blijven creëren. Die opvangstructuren zullen bovendien dankzij het Gewest extra personeel (100 betrekkingen) krijgen, zowel in de overheidssector als in niet-overheidsinstellingen. De VGC zal ook een jaarlijkse dotatie van 1,2 miljoen euro krijgen om te investeren in haar kinderopvangbeleid.

    Tegen 2015 zullen er in Brussel maar liefst 1.934 extra crècheplaatsen zijn in zones waar er een groot gebrek aan is. En dit geldt niet alleen voor de allerkleinsten, maar ook voor de iets oudere kinderen. Een kind dat naar het kleuteronderwijs gaat, leert sneller contacten leggen, praten en bewegen: het zal bijgevolg beter toegerust zijn om te leren. Een manier om vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan.

    In 2020 zal het aantal kleuters toegenomen zijn met 8.000 ten opzichte van 2010 (+ 18%). Dit is een bevolkingsgroei die uiteraard grote gevolgen heeft voor het onderwijs (+ 19.000 leerlingen in het basisonderwijs, wat neerkomt op een stijging van 26%). Naargelang de bron (Planbureau, GOB, Gezinsbond, enz.) lopen de cijfers licht uiteen, maar de orde van grootte verandert niet.

    Het “Crècheplan” werd in 2011 logischerwijs gevolgd door een “Schoolplan”. Hiertoe werd een projectoproep gelanceerd naar alle inrichtende machten van elke taalrol, waaraan een begrotingsenveloppe van 12,5 miljoen euro gekoppeld was. Het doel hiervan was de langetermijnplannen van de gemeenschappen aan te vullen met maatregelen met onmiddellijk effect dankzij de subsidiëring van modulaire structuren.

    Sinds september 2012 zijn er 1.343 extra plaatsen in het kleuteronderwijs en 2.493 in het basisonderwijs. Het is de Directie Stedenbouw van Brussel Stedelijke Ontwikkeling die alle stedenbouwkundige vergunningen aflevert voor het creëren van extra plaatsen in de scholen. Tegelijk werd de geldigheid van de vergunningen voor de tijdelijke modulaire constructies verlengd, in bepaalde gevallen tot 15 of 20 jaar. De aflevering van de vergunningen werd bovendien versneld om de door de Regering gewenste termijnen na te leven.

    Brussel Plaatselijke Besturen bleef niet achter: het is namelijk de Directie Investeringen van dit bestuur die de projectoproep en de financiële aspecten beheerd heeft. Om de correcte aanwending van het overheidsgeld te garanderen werden de dossiers bovendien aan een strenge controleprocedure onderworpen: samenstelling van het administratieve en technische dossier, gunning van de overheidsopdrachten en uitbetaling van de subsidie.

    AAN HET BEGIN VAN HET SCHOOLJAAR 2012 WERDEN ER 3.836 NIEUWE PLAATSEN GECREËERD IN HET KLEUTER- EN BASISONDERWIJS.

    Wist u dat ?

    In 2011 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 29 projecten gesubsidieerd die gericht waren op het creëren van nieuwe plaatsen in het onderwijs. Deze projecten kunnen als volgt onderverdeeld worden:

    02

    400 PROJECTEN INZAKE DE STRIJD TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN

    Op het terrein, in de scholen, op straat. Het preventie- en buurtbeleid steunt op concrete acties en is een van de prioriteiten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Doel: de levenskwaliteit in een stedelijke omgeving verbeteren. Het gewest voert al meer dan twintig jaar een steunbeleid ten gunste van de gemeenten en heeft in de periode 2012-2014 ongeveer 58 miljoen euro besteed aan de financiering van gemeenteprojecten.

    Het werk op het terrein is van essentieel belang. Zo vormt de aanwezigheid van gemeenschapswachten een geruststelling voor de burgers. Daarnaast zijn ze ook een doeltreffende tussenpersoon tussen de bevolking en de gemeentelijke overheidsdiensten. Ze kunnen sensibiliseren, informatie meedelen (bijvoorbeeld: advies verschaffen over diefstalpreventie), optreden tegen overlast en inbreuken vaststellen.

    Er zijn ook straathoekwerkers actief die contacten leggen met kwetsbare doelgroepen en hen doorverwijzen naar instellingen die bepaalde verzoeken kunnen inwilligen (sociale of psychologische bijstand, conflictbemiddeling).

    Globale preventie gebeurt ook via preventie van voortijdig schoolverzuim – of liever door te helpen volharden want voorkomen is beter dan... In 2013 heeft het gewest een vierhonderdtal gemeentelijke projecten ondersteund, goed voor een budget van 2,6 miljoen euro. Het gaat over het informeren van ouders, het voorlichten van leerlingen bij hun studiekeuze, remedial teaching in scholen voor leerlingen in moeilijkheden, huiswerkbegeleiding, enz. Daarnaast willen we ook positieve projecten van pedagogische culturele, artistieke, enz. aard verankeren in het kader van het programma preventie schoolverzuim en de plaatselijke buurt- en preventieplannen.

    Dit alles vormt de bijdrage van het gewest aan de verbetering van de levenskwaliteit van de bevolking: ondersteuning van de plaatselijke actoren en de mensen op het terrein om alle problematieken die een onveiligheidsgevoel veroorzaken globaal aan te pakken, via een consequente financiële ondersteuning.

    In de toekomst wil het gewest de initiatieven op het terrein professionaliseren en de gewestelijke aanpak harmoniseren in het kader van een echt geïntegreerd stedenbeleid - de zesde staatshervorming vormt in die zin een echte opportuniteit. Andere doelstelling: de impact van het gevoerde beleid evalueren.

    DE PREVENTIEACTIES WORDEN GESELECTEERD OP BASIS VAN EEN PROJECTOPROEP.

    Wist u dat ?

    Het programma preventie schoolverzuim, dat over de verschillende schoolnetten heen wordt toegepast, is het resultaat van een gezamenlijke inspanning. Een gezamenlijke inspanning van een coördinatieteam, de scholen en plaatselijke buitenschoolse partners uit de culturele, sociale, sport- en verenigingssector via de gemeenten die gereageerd hebben op een projectoproep.

    bloemblaadjes-gob

    WERKEN

    De GOB en meer specifi ek Brussel Economie en Werkgelegenheid bevordert de creatie van werkgelegenheid en de economische ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het bestuur biedt steun aan ondernemingen en verenigingen door investeringspremies en subsidies toe te kennen.

    Vanuit zijn streven naar het creëren van werkgelegenheid ondersteunt het gewest ook de sociale economie die langdurig werklozen en mensen die sociale bijstand ontvangen helpt bij het vinden van een job. De inschakelingsondernemingen en de plaatselijke initiatieven voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid krijgen dan weer specifieke subsidies.

    Meer in het algemeen kent Brussel Economie en Werkgelegenheid vergunningen toe aan de privé-tewerkstellingsagentschappen (uitzendkantoren, wervings- en selectiekantoren, outplacement) en behandelt het de werkvergunningsaanvragen van buitenlandse werknemers. Het bestuur controleert de bedrijven ook op de toepassing van de reglementering betreff ende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Bovendien verleent het tal van diensten aan de voedingsmiddelensector.

    Verder in dit verslag staat er informatie over andere diensten van Brussel Economie en Werkgelegenheid, zoals Brussel Invest & Export en de succesvolle gevallen van gesubsidieerde bedrijven.

    03

    ÉÉN ENKEL AANSPREEKPUNT VOOR HET AANVRAGEN VAN WERKVERGUNNINGEN

    Loketten “Arbeidskaarten” bij de
Gewestelijke Overheidsdienst Brussel

    Om het publiek beter van dienst te zijn, heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid samen met Actiris de acties die buitenlanders moeten ondernemen om een werkvergunning te verkrijgen gecentraliseerd. Sinds 1 december 2006 hebben alle klanten één aanspreekpunt. Hierdoor kunnen de dossiers sneller verwerkt worden omdat ze niet van de ene administratie naar een andere moeten worden overgemaakt.

    Mensen die een werkvergunning aanvragen kunnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dus terecht bij een “uniek loket” om hun aanvragen in te dienen. Eind 2006 werd de dienst “werkvergunningen” van Actiris immers overgeheveld en opgenomen in de directie Werkgelegenheidsbeleid. Deze fusie werd intensief voorbereid. Het bestuur werd uitgebreid van 13 naar 24 medewerkers om de aanvragen te behandelen. Tegelijk werden er honderden documenten, formulieren en standaardbrieven aangepast en vereenvoudigd.

    Sindsdien zijn de formulieren voor het aanvragen van een werkvergunning in een interactief PDF-formaat te vinden op het internet en kunnen ze elektronisch worden ingevuld. De verplichte legalisering van de handtekening van de aanvrager werd afgeschaft. In het kader van een betere informatieverstrekking stuurt het bestuur sinds 2006 aan de personen die een arbeidskaart type C verkregen hebben (bestemd voor een aantal specifieke categorieën van buitenlandse staatsburgers die tijdelijk in België verblijven of van wie het verblijfsrecht onzeker is) een brief waarin de gegevens staan van de gemeentediensten waar ze hun vergunning kunnen afhalen.

    De cijfers zijn vrij indrukwekkend. In 2007 boden 28.350 bezoekers zich aan bij de loketten van de dienst “werkvergunningen”. In 2011 werden er meer dan 16.000 aanvragen voor werkvergunningen behandeld, dat zijn er 2.300 meer dan in 2006. 81% van deze aanvragen resulteerden in de aflevering van een werkvergunning.

    De impact van de regularisatieprocedure die de federale regering eind 2009 opstartte, was in 2011 nog sterker voelbaar dan in 2010. Illegale buitenlandse werknemers konden hun verblijf regulariseren mits ze voldeden aan bepaalde criteria en op voorwaarde dat ze houder waren van een arbeidskaart type B, die betrekking heeft op een specifieke functie bij een specifieke werkgever voor een welbepaalde duur. In 2011 ontving de gewestadministratie een massa aanvragen. Dat jaar hebben Brusselse werkgevers 2.185 aanvragen voor arbeidskaarten van het type B ingediend voor werknemers die in aanmerking kwamen voor een regularisering van hun verblijf mits ze een werkvergunning verkregen.

    In de toekomst wordt de afgifte van beroepskaarten een bevoegdheid van de gewesten. Dan zal één enkele dienst, met name Brussel Economie en Werkgelegenheid, de aanvragen van buitenlandse staatsburgers afhandelen (de werkvergunningen voor de werknemers en de beroepskaarten voor de zelfstandigen). Zo zal de dienst de hoofdbeheerder van de economische migratie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden.

    DE FORMULIEREN VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN WERKVERGUNNING ZIJN IN PDF-FORMAAT TE VINDEN OP HET INTERNET.

    Wist u dat ?

    Binnenkort zal een nieuwe IT-tool de interactie tussen de “klant” en de administratie doeltreffender maken. De medewerkers van het gewest zullen de aanvragers gemakkelijker kunnen inlichten over de status van hun dossier.

    Meer info over het aanvragen van werkvergunningen is te vinden op www.brussel-economie-werk.be

    04

    BRUSSEL ONDERSTEUNT DE SOCIAAL-ECONOMISCHE ONDERNEMINGEN

    Als we spreken over het creëren van arbeidsplaatsen, denken we in de eerste plaats aan privébedrijven die uit zijn op winst maken. Toch wint een ander domein steeds meer aan belang: de sociale economie. De vennootschappen (vaak coöperatieve of met sociaal oogmerk), ziekenfondsen, stichtingen en verenigingen die er deel van uitmaken, ijveren voor het belang van de gemeenschap, de versterking van de sociale cohesie en duurzame ontwikkeling. Ze vormen een echte bron van arbeidsplaatsen.

    In dat opzicht worden deze structuren door Brussel Economie en Werkgelegenheid erkend en gesubsidieerd, omdat ze zorgen voor de vorming van laaggeschoolde of kwetsbare personen en hun herinschakeling op de arbeidsmarkt. Het hoofddoel van ondernemingen die deel uitmaken van de sociale economie? Dienstverlening aan de gemeenschap of aan de leden. De werking ? Autonoom beheer en een democratisch beslissingsproces. De ontwikkelingsfilosofie? Bij de verdeling van de opbrengst voorrang geven aan mensen en werkgelegenheid in plaats van aan het kapitaal.

    De sociale economie biedt dus werkperspectieven aan personen die in het algemeen moeilijk werk vinden: (extreem) langdurig werklozen, personen die financiële maatschappelijke hulp ontvangen en/of laaggeschoolden, werknemers die een leefloon krijgen en die ter beschikking gesteld worden van vzw’s om opnieuw toegang te vinden tot de klassieke arbeidsmarkt (“artikel 60”), ex-gedetineerden, enz.

    Op basis van het wettelijke kader dat in 2004 opgesteld werd, kan sinds 2005 elke Brusselse onderneming of vzw vragen om als inschakelingsonderneming of plaatselijke initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid erkend te worden. Eind 2005 waren 26 vzw’s en 3 ondernemingen houder van deze erkenning. In 2013 zijn er 74 verenigingen zonder winstoogmerk en 16 ondernemingen erkend. Het Platform Sociale Economie brengt een advies uit over de erkenning. Ongeveer 70% van de gevraagde erkenningen wordt toegekend.

    De subsidies van het gewest zijn bestemd voor de werking en het begeleidende personeel van de erkende structuren en beslaan in 2014 een budget van 7,6 miljoen euro – tegenover 619.000 euro in 2005.

    De activiteitsdomeinen zijn heel uiteenlopend. Elke Brusselaar kent de vzw “Spullenhulp” (hergebruik van kleding en duurzame goederen). Maar kent hij ook de vzw “Cosmos”? Die houdt zich bezig met de bereiding van warme maaltijden voor verenigingen, scholen, rusthuizen en voor het sociale restaurant van de vzw. En de onderneming “Âge d’Or Services”? Een strijk- en huishoudhulpcentrale.

    RECYCLAGE EN TWEEDEHANDSARTIKELEN, FIETSHERSTELDIENSTEN, OPPASDIENSTEN, ENZ.: DE SOCIALE ECONOMIE BESLAAT EEN ENORM GROOT ACTIVITEITSDOMEIN.

    Wist u dat ?

    In 2005 stelde de Brusselse sociale economie 462 VTE’s tewerk. In 2013 waren het er 1371.

    Meer informatie over de erkenning en de financiering van ondernemingen die deel uitmaken van de sociale economie is te vinden op de website www.brussel-economie-werk.be

    bloemblaadjes-gob

    ONDERNEMEN

    De bedrijfswereld is het domein bij uitstek dat een stad doet leven, rijkdom en werkgelegenheid creëert. Bij elke regionalisering heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid meer bevoegdheden gekregen. Twee voorbeelden hiervan zijn buitenlandse handel en steun aan ondernemingen. Zoals we verder in het document kunnen lezen, neemt de steun aan ondernemingen verschillende vormen aan en ligt ze aan de basis van enkele mooie succesverhalen.

    De steunmaatregelen zijn bedoeld voor ondernemingen, ongeacht in welke evolutiefase ze zich bevinden en ongeacht hun grootte. Ze zijn zowel bestemd voor toekomstige ondernemers die nood hebben aan een voorbereidende studie of specifi ek advies, als voor zelfstandigen en KMO’s en zelfs voor grote ondernemingen. Hierbij werd de sociale economie, die aan bod komt op pagina 17, niet uit het oog verloren. Een groeiende onderneming kan ook de ambitie koesteren om van start te gaan met uitvoeractiviteiten... In 2001 werd de bevoegdheid buitenlandse handel overgeheveld van het federale niveau naar de gewesten. Al in 1989 werd het afzetmarktbeleid en het beleid inzake fi nanciële steunmaatregelen geregionaliseerd. In 1991 heeft de GOB binnen zijn organisatie een dienst Buitenlandse Handel opgericht en werden alle economische en handelsattachés naar de gewesten overgeheveld.

    Hierdoor werd 2001 een scharnierjaar: de minister bevoegd voor Buitenlandse Handel sloot een publiek-private samenwerking tussen de directie Buitenlandse Handel enerzijds en de Kamer van Koophandel en Industrie en het Verbond van Ondernemingen te Brussel anderzijds om zo “Brussels Export” tot stand te brengen, dat een ‘‘uniek loket’’ ter beschikking stelt.

    Ook in de jaren 2000 hebben de gewesten samenwerkingsakkoorden gesloten om hun handelsposten in het buitenland te verenigen. Dankzij het samenwerkingsakkoord dat eind 2005 gesloten werd met FIT (Flanders Investment & Trade) en Awex (Agence Wallonne à l’Exportation) konden de Brusselse ondernemingen voortaan een beroep doen op 87 (Brusselse, Waalse en Vlaamse) economische en handelsattachés overal ter wereld, van wie er 31 ten laste van de Brusselse begroting vallen. In 2010 besliste de minister van Buitenlandse Handel om het beheer van de fi nanciële steunmaatregelen voor de export toe te vertrouwen aan de directie Steun aan Ondernemingen van Brussel Economie en Werkgelegenheid, met de bedoeling synergieën te creëren tussen de activiteiten ter bevordering van de export en de acties om buitenlandse investeerders aan te trekken. Begin 2011 werd Brussels Export “Brussel Invest & Export”.

    05

    ONTSTAAN VAN BRUSSEL INVEST & EXPORT

    Collectieve stand op de beurs Arab Health in Dubai

    De geleidelijke regionalisering van de bevoegdheden inzake export heeft gezorgd voor een toenadering met de Brusselse ondernemingen en de uitwerking van een actieplan dat beter afgestemd is op de Brusselse economie. Die is immers meer op diensten gericht dan de economie in de andere landsgedeelten. Brussel Invest & Export heeft een database samengesteld van 4.000 exporterende bedrijven en bedrijven die interesse voor de export vertonen. Brussel Invest & Export tracht ook buitenlandse investeerders aan te trekken en helpt ze om zich in onze hoofdstad te vestigen.

    Honderden ondernemers nemen elk jaar deel aan de handelsactiviteiten die Brussel Invest & Export wereldwijd organiseert: grote multisectorale missies, sectorale missies, het uitnodigen van potentiële kopers en het organiseren van contactdagen met beslissingnemers, thematische en geografische ontmoetingen, “ontbijtvergaderingen Brussel-Europa”, collectieve stands in het Brusselse paviljoen op internationale beurzen, enz.

    Dit alles berust op een aanzienlijk netwerk van economische en handelsattachés die in alle werelddelen actief zijn. Van Peking tot in São Paulo staan 95 handelskantoren ten dienste van de Brusselse ondernemingen. In 2013 heeft Brussel Invest & Export 88 collectieve acties georganiseerd waaraan in totaal 1.506 zakenmensen hebben deelgenomen. 1.130 bedrijven hadden een individuele ontmoeting met de handelsattachés in Brussel tijdens de “contactdagen”. 1.019 Brusselse bedrijven kregen individuele begeleiding bij hun introductie op de internationale markten.

    Hetzelfde jaar heeft Brussel Invest & Export 349 dossiers “buitenlandse investeringen” geopend en hielp het 23 buitenlandse bedrijven om zich in Brussel te vestigen. Er werden 14 promotieacties (hoofdzakelijk seminaries “Invest in Belgium”) georganiseerd waaraan in totaal 545 personen deelnamen.

    Het actieplan 2014 van Brussel Invest & Export bestaat uit 90 specifieke informatie- of promotieacties, waarvan er een aantal gericht zijn op snelgroeiende landen: China – met o.a. een Brussels Day in Peking – , Maleisië, Singapore, Saudi-Arabië, Qatar, Rusland en Kazachstan. Voorts werden er acties ontwikkeld rond de locaties waar onlangs nieuwe kantoren geopend werden (San Francisco, Vancouver, Rio de Janeiro en Chennai). Brussel Invest & Export voert ook acties binnen de Europese Unie, meer bepaald door middel van collectieve stands op gespecialiseerde salons met internationale uitstraling (Cebit, Business IT, ISM, Mobile World Congress, MIPIM en Medica).

    VAN PEKING TOT IN SÃO PAULO ZORGEN 95 HANDELSKANTOREN VOOR DE BEGELEIDING VAN DE BRUSSELSE ONDERNEMINGEN DIE WILLEN EXPORTEREN.

    Wist u dat ?

    Alle sectoren (ook de creatieve industrie) worden in aanmerking genomen, met bijzondere aandacht voor dienstenactiviteiten in de brede zin van het woord. Meer informatie is te vinden op de website www.invest-export.irisnet.be.

    06

    BRUSSEL STELT WETTEN OP OM DE BEDRIJVEN BETER TE HELPEN

    Het atelier van Fabienne Delvigne ©Fabienne Delvigne Créations

    1993-2004-2007: gaandeweg werd de steun aan ondernemingen aangepast door de opeenvolgende ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de bijhorende uitvoeringsbesluiten. Een onderneming creëert werkgelegenheid, schept stedelijke activiteit, gebruikt of restaureert gebouwen, genereert indirecte werkgelegenheid, enz. Kortom, economie is goed voor de stad. Welnu, in plaats van een lange uiteenzetting, geven we een aantal voorbeelden van “success stories” van bedrijven die door het gewest geholpen werden.

    Be Park. Een jonge Brusselse ondernemer, Julien Vandeleene, had een origineel idee om het parkeerprobleem gedeeltelijk op te lossen: “parksharing”. Hoe werkt dit? Als u eigenaar van een parkeerplaats bent, kunt u die op momenten dat u er geen gebruik van maakt tegen een aantrekkelijke prijs aan andere bestuurders verhuren. Dit alles met behulp van een internetplatform. Het in 2011 opgerichte Be Park kreeg steun voor consultancy, steun voor bijstand door een deskundige op het vlak van buitenlandse handel en aanwervingssteun in het kader van een specifiek project. Het initiatief wordt ook ondersteund door Innoviris, het Brussels Instituut voor Onderzoek en Innovatie.

    Boomerang Field Company. Boomerang Field Company is een agentschap dat gespecialiseerd is in fieldmarketing: uitdelen van staaltjes, proeverijen in winkels, affiches, evenementen, enz. Nadat het agentschap steun voor extern advies gekregen had, ontving het ook steun voor algemene en milieuvriendelijke investeringen. Project van het agentschap: zich vestigen in een volledig passiefgebouw en dito magazijn. De bouw van het “Boomerang House” werd aangevat in 2011 en de onderneming is er ingetrokken in 2013.

    Abellina. Fabienne Delvigne, ontwerpster van elegante accessoires, creëert al 25 jaar hoeden, hoofddeksels, juwelen en tassen. Haar bedrijf Abellina is hofleverancier. In 2011-2012 heeft ze van het gewest meermaals steun voor exportactiviteiten ontvangen voor het creëren van informatiedragers en voor het deelnemen aan buitenlandse beurzen. Deze onderneming geniet ook de steun van Brussel Invest & Export.

    Een dertigtal personen van Brussel Economie en Werkgelegenheid zetten zich dagelijks in om de steunaanvragen van de ondernemingen en projectontwikkelaars te behandelen, zonder hierbij de principes van administratieve vereenvoudiging uit het oog te verliezen. Om in aanmerking te komen voor subsidies moeten de ondernemingen en hun projecten immers aan strenge criteria voldoen.

    De steun die het gewest biedt, neemt verschillende vormen aan: steun bij het opstellen van een “businessplan”, bij de oprichting van het bedrijf, voor opleiding, voor consultancy, voor nieuwe investeringen, voor milieuvriendelijke investeringen, voor kinderopvang, enz. Alles om het gewest te dynamiseren!

    DE STEUN NEEMT VERSCHILLENDE VORMEN AAN EN MOET HET
    GEWEST DYNAMISEREN.

    Wist u dat ?

    Meer info over steun aan ondernemingen is te vinden op de website www.brussel-economie-werk.be. Alle steunmaatregelen worden ingedeeld per profiel (toekomstige ondernemer, KMO of zelfstandige, grote onderneming, sociale economie, enz.) en voorgesteld volgens de levensfasen van een onderneming.

    bloemblaadjes-gob

    ANALYSEREN

    Statistieken en kunst:
100% Brussels, mei 2014

    Cijfers verzamelen en laten spreken. Dat zou de rol van de statistiek kunnen zijn, de wetenschap die diverse gegevens van het socio-economische leven verzamelt en analyseert. Op die manier maakt de overheidsstatistiek het mogelijk om duidelijkheid te scheppen in de debatten en te helpen bij de besluitvorming. In een democratie is het immers van fundamenteel belang dat dergelijke informatie voor iedereen, van eenvoudige burgers tot regeringsleiders, toegankelijk is.

    Sinds 2006 is het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) verantwoordelijk voor deze opdrachten binnen Brussel Gewestelijke Coördinatie. Het BISA is het referentiecentrum van de Brusselse statistiek. Het verzamelt en verwerkt miljoenen gegevens en zet die om in betrouwbare statistieken en analyses over de verschillende domeinen die tot de bevoegdheden van het Gewest behoren: bevolkingsgroei, economie, mobiliteit, milieu, enz.

    Het BISA vormt zo voor de gewestelijke en gemeentelijke verkozenen een hulpinstrument bij de besluitvorming. De economische en academische beleidsmakers, het verenigingswezen en de burgers kunnen ook een beroep doen op de diensten van het BISA en gebruik maken van de cijfers en analyses die het aanbiedt.

    Brussel Gewestelijke Coördinatie ontwikkelt zijn expertise om die ten dienste van iedereen te stellen. Naast het BISA kunnen we in dat verband de cel voor de Europese Fondsen en de cel New Deal vermelden, evenals de cel die openbare opdrachtgevers begeleidt in hun architectuurprojecten.

    07

    OPRICHTING VAN HET BISA

    Alles, alles, alles, althans alle cijfers, komt u te weten over Brussel dankzij het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA). Het Instituut verzamelt, verwerkt en analyseert miljoenen gegevens die afkomstig zijn van meer dan 80 leveranciers.

    Op 1 januari 2013 telde het Gewest om en bij de 1.150.000 inwoners, van wie 20% jonger dan 18 jaar is. Maar Brussel trekt ook dagelijks 228.000 pendelaars uit Vlaanderen en 136.000 pendelaars uit Wallonië aan.

    Als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een dorp van 100 inwoners was, dan zou het bestaan uit 51 vrouwen en 49 mannen. 67 Belgen, 21 buitenlanders uit de Europese Unie en 12 van buiten de EU. In één jaar tijd zouden er in dit dorp twee geboorten en één overlijden plaatsvinden. Er zouden zich zes nieuwe inwoners in het dorp komen vestigen: vier van hen afkomstig uit het buitenland, twee uit een andere streek in België. Eén Brusselaar zou naar het buitenland verhuisd zijn, terwijl drie anderen Brussel zouden verlaten hebben om zich elders in België te vestigen.

    Naast het beheren van gegevens geeft het BISA ook meerdere publicatiereeksen uit in elektronisch formaat en/of in papiervorm. Zo zet “Focus” van het BISA telkens een specifiek thema in de kijker aan de hand van korte teksten geïllustreerd met tabellen, grafieken of kaarten.

    Als onafhankelijk expertisecentrum helpt het BISA de overheden (regering, gemeenten, enz.) bij het bepalen van hun beleid. Hiertoe verricht het BISA diepgaande analyses over diverse onderwerpen, zoals de impact van de bevolkingsgroei op de schoolgaande bevolking in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het ontwikkelt ook tools voor economische analyse, zoals de “Conjunctuurbarometer” en het “Conjunctuuroverzicht”, en stelt samen met het Federaal Planbureau en de Waalse en Vlaamse instituten voor statistiek de “Regionale Economische Vooruitzichten” op. Deze vooruitzichten stellen de belangrijkste resultaten voor van de voorspellingen over de economische activiteit, de arbeidsmarkt of de overheidsfinanciën in elk van de drie gewesten.

    In 2013 werden de opdrachten van het BISA uitgebreid, met name met de evaluatie van het overheidsbeleid. Zo heeft de Brusselse regering aan het BISA gevraagd om de “New Deal1” te evalueren. Dat is de nieuwe benaming voor het “Pact voor een Duurzame Stedelijke Groei”. Tijdens deze eerste evaluatie wordt het uitvoeringsproces van bepaalde transversale acties van de New Deal geanalyseerd om een reeks aanbevelingen en verbeteringspistes voor te stellen.

    DE MINI-BRU IS EEN JAARLIJKSE PUBLICATIE IN ZAKFORMAAT MET DE KERNCIJFERS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST.

    Wist u dat ?

    De gegevens en publicaties van het BISA zijn online terug te vinden op www.bisa.irisnet.be en www.wijkmonitoring.irisnet.be.

    bloemblaadjes-gob

    FINANCIEREN

    Bij elke staatshervorming werd het actieterrein van de gewestelijke administratie uitgebreid. Zo zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de toekomst niet enkel de autonome gewestbelastingen innen. Het gewest bereidt zich immers geleidelijk voor op een volledig zelfstandig beheer van alle gewestbelastingen zoals door de financieringswet bepaald. Vervolgens zal de uitvoering van de zesde staatshervorming een nog verregaandere regionalisering van de belastingen met zich meebrengen.

    De uitbreiding van de gewestbevoegdheden vormt een positieve evolutie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor de Brusselse bevolking. Niet alleen zal ons gewest zijn eigen fiscaal beleid kunnen voeren, de Brusselse regering zal ook meer projecten kunnen verwezenlijken.

    08

    OPRICHTING VAN BRUSSEL FISCALITEIT

    Een goed gewestelijk beleid kan alleen maar gevoerd worden met de nodige financiële middelen. Daarom besliste de Brusselse Regering op 16 juli 2010 om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een eigen belastingadministratie op te richten. Door de fiscale inkomsten in eigen beheer te nemen, kon het gewest op termijn zelf een doordacht fiscaal beleid uitbouwen en fiscale maatregelen nemen. Uit de verschillende staatshervormingen bleek bovendien dat de gewestelijke bevoegdheden in de toekomst sterk zullen toenemen, wat de nood naar fiscale autonomie alleen maar vergrootte.

    Op 1 januari 2012 werd zo Brussel Fiscaliteit opgericht. Dit bestuur had al bij aanvang een zeer duidelijke missie: enerzijds de fiscale bevoegdheden correct uitvoeren, anderzijds de belastingen klantgericht, efficiënt en effectief beheren en op een geloofwaardige, zorgvuldige en verantwoorde wijze innen.

    Zeer ambitieuze doelstellingen die ervoor zorgden dat de bestaande fiscale diensten, die voorheen onder de bevoegdheid van Financiën en Begroting vielen, grondig moesten hervormd worden. Daarom investeerde Brussel Fiscaliteit volop in een performantere organisatiestructuur, een nieuwe IT-toepassing, efficiëntere processen en procedures, administratieve vereenvoudiging,…

    Ook de belastingplichtigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moest de vruchten kunnen plukken van deze transformatie naar een modern fiscaal bestuur. Vandaar werd ook rekening gehouden met een verbetering van de dienstverlening, administratieve vereenvoudiging, een investering in meer online-applicaties, een betere informatie-doorstroming en een digitalisatie van de dossiers.

    Brussel Fiscaliteit is dus volop in expansie en ontwikkeling. Ze heeft zich tot doel gesteld een voorbeeld te worden van een professioneel en sterk bestuur. Maar bovenal wil ze er zijn voor de Brusselse belastingplichtigen door een open communicatie te voeren en de burgers en bedrijven met respect te behandelen.

    DE BELASTINGEN DIENEN OM DOELSTELLINGEN TE BEREIKEN EN UITGAVEN TE DOEN MET HET OOG OP IEDERS WELZIJN.

    Waterzuiveringsstation Brussel-Noord

    Wist u dat ?

    De heffing op de lozing van afvalwater, die in 1996 ingevoerd werd en in 2006 vervangen werd door een vergoeding, is een voorbeeld van goed fiscaal beheer. De inkomsten werden integraal overgemaakt aan het “Fonds voor het beheer van afval- en regenwater”. Op deze manier werden de belastinginkomsten nuttig geïnvesteerd. Het doel van dit fonds was namelijk de vervuiling te verminderen en dit door het ontwerpen, uitvoeren en begeleiden van waterwerken en de opvang en zuivering van afval- en regenwater. Dankzij deze heffing kon ook het zuiveringsstation Noord gefinancierd worden.

    bloemblaadjes-gob

    KUIEREN

    Openbare ruimte, levensruimte: alles moet met elkaar verzoend worden: de behoeften van voetgangers, fietsers, automobilisten, het openbaar vervoer en tegelijk zorgen voor een gezellige stad voor iedereen, op elk moment van de dag, zowel om in de stad rond te kuieren als om naar het werk te gaan, om inkopen te doen of de kinderen naar school te brengen.

    Daarom tracht Brussel Mobiliteit pleinen, kruispunten en lanen herin te richten. Hiernaast wordt de heraanleg van het Flageyplein uit de doeken gedaan, waardoor dit communicatieknooppunt dat gelegen is in een buurt waar woningen, culturele activiteiten en handelszaken naast elkaar liggen, een complete gedaanteverwisseling heeft ondergaan.

    Op dit ogenblik worden nog andere symbolische openbare plaatsen opgewaardeerd. Zo wordt het Rogierplein ook grondig gerenoveerd. Het hoofddoel van dit project is het plein te doen opleven door de verbinding tussen de Noordwijk en de vijfhoek te versterken en beter te beantwoorden aan de esthetische, milieu- en intermodaliteitsdoelstellingen. Hoe? Bijvoorbeeld door een grote luifel te bouwen die tegelijk zal dienstdoen als beschutting voor de gebruikers en als herkenningspunt in de openbare ruimte, en door het metrostation deels te renoveren.

    En zo zijn er nog tal van andere voorbeelden zoals het Schweitzerplein in Sint-Agatha-Berchem, dat lange tijd een lege en zielloze plek was, doorsneden door het openbaar vervoer en zonder oog voor voetgangers. In Ukkel-Vorst werd de wijk Stalle-Neerstalle aangepakt. Voor al deze werkzaamheden hebben we medewerkers van hoog niveau nodig: architecten, stedenbouwkundigen, ontwerpers, enz.
    De herinrichting van de openbare ruimte bestaat ook uit het aanleggen van fietspaden langs de drukke verkeersassen waar veel auto’s en vrachtwagens rijden, zoals de Havenlaan, de buurt van het Jubelpark of langetermijnwerven zoals de Gentsesteenweg, die in 2016 afgewerkt zal zijn.

    Brussel Mobiliteit heeft ook oog voor de zachte kant van het leven door de uitvoering van het Lichtplan en door de 27.000 bomen langs de weg en de meer dan 800.000 m² grasperken te onderhouden.

    09

    EEN NIEUW GEZICHT VOOR HET FLAGEYPLEIN

    edereen kent de gedaante van het oude radiohuis dat boven het Flageyplein uitsteekt. De voortreffelijke restauratie van deze art-decoconstructie en het dynamische culturele leven ervan kunnen het werk dat verricht werd op het volledige plein niet verhullen.

    Het Flageyplein in Elsene is een van de grootste pleinen van Brussel en is gelegen op een kruispunt van meerdere belangrijke verkeersassen: de Elsense Steenweg, de Lesbroussartstraat, de Vleurgatsesteenweg, de Generaal de Gaullelaan, de Gulden-Sporenlaan, de Malibranstraat, enz. Dit maakt het plein tot een van de belangrijkste kruispunten van de stad, een marktplaats en een belangrijk openbaarvervoerknooppunt (tram en bus).

    Het plein onderging een grondige herinrichting. Doel: het levenskader en de leefomgeving van de bewoners en de gebruikers verbeteren en de openbare ruimte nieuw leven inblazen, na de aanleg van het gewestelijke stormbekken en de ondergrondse gemeenteparking, waarbij ruimte gelaten werd voor de herinrichting van de handelspanden, culturele- en vrijetijdscentra. Daarnaast moest ook voldaan worden aan de mobiliteitsbehoeften zonder daarbij het comfort, de veiligheid en het welzijn van alle weggebruikers uit het oog te verliezen.

    Het is Brussel Mobiliteit dat samen met de MIVB en de gemeente Elsene het project beheerd heeft. De burgers werden echter niet vergeten dankzij de mobilisering van verschillende bewegingen onder de naam “Platform Flagey”.

    In 2002 werd begonnen met de bouw van het stormbekken en de ondergrondse parking. Een internationale architectuurwedstrijd in 2004 resulteerde in een nieuw gezicht voor het Flageyplein, dat het centrum van de bedrijvigheid van een kleurrijke wijk vormt. Het totale budget van de bovengrondse werken die in 2008 voltooid werden, bedroeg 11 miljoen euro.

    Wat is de succesformule van het project? Harmonie tussen de materialen en het stadsmeubilair (blauwsteen, hout en staal), beperking van het aantal verticale elementen, keuze voor soberheid om de perceptie van het plein en de begrenzing ervan - gebouwen, landschappen, enz. - te respecteren.

    De verschillende zones werden in dezelfde geest aangelegd, wat de samenhang bevordert. Op het plein zelf accentueren bomen, banken en fonteinen de dynamiek en weerspiegelen ze de vijvers van Elsene. Glas en staal omgeven de toegangen naar de parking en de halte van het openbaar vervoer. Aan de zuidkant van het plein staan wilgen net zoals rond de waterpartijen. Aan de noordkant heeft men de voorkeur gegeven aan kastanjebomen en platanen. Tot slot versiert een fresco in keramiek dat samen met de stad Lissabon gerealiseerd werd, het standbeeld van de Portugese dichter Fernando Pessoa.

    DE NIEUWE INRICHTING COMBINEERT FUNCTIONALITEIT EN ESTHETIEK.

    Wist u dat ?

    Op het vlak van openbare verlichting volstaat het niet om de minimale lichtintensiteit van de openbare weg af te stellen. Op het Flageyplein werd er bijzondere aandacht besteed aan de verlichting via lichtgevende fonteinen met variërende kleuren, de opwaardering van de beplanting en de verlichting van de omliggende gebouwen. De verlichting bepaalt de identiteit van de stad, creëert sfeer en verhoogt het veiligheidsgevoel. Daarom heeft Brussel Mobiliteit een gewestelijk Lichtplan uitgewerkt.

    bloemblaadjes-gob

    ZICH ONTWIKKELEN

    Brussels Summer Festival 2010

    Als hoofdstad van België en van Europa, als multiculturele en internationale stad is Brussel het toneel van tal van evenementen. De GOB organiseert (of werkt mee aan de organisatie van) een heel groot aantal sport- of cultuurevenementen, zoals de Erfgoeddagen (zie verder). Voorbeelden daarvan zijn de vijftigste verjaardag van de Expo 58, het concert “Stars of Europe” (met Simply Red, Zucchero, Axelle Red, enz.) aan de voet van het Atomium in 2007 of de muziekuitzending Taratata van France 2. Deze rechtstreekse uitzending van op het Paleizenplein ter gelegenheid van het Fête de la musique in 2011 heeft tienduizenden mensen aangetrokken.

    In 2010 vormde het Belgische EU-voorzitterschap de aanleiding voor diverse evenementen. Op 3 en 4 juli van datzelfde jaar was Brussel het toneel van een etappe van de Ronde van Frankrijk, wat resulteerde in twee dagen maximale zichtbaarheid: de ideale gelegenheid om het Belgische voorzitterschap in te luiden. De meest prestigieuze wielerwedstrijd ter wereld lokte een enorme massa volk naar het parcours en kreeg veel aandacht in alle mogelijke media.

    Het Gewest heeft ook deelgenomen of neemt deel aan tal van andere culturele evenementen: het Festival van Cannes, het BIFF (Festival van de Fantastische Film), het Brussels Summer Festival, Brussel Bad, de 20 km van Brussel, de Memorial Van Damme en uiteraard het Irisfeest.

    10

    BRUSSEL VIERT ZIJN ERFGOED

    Informatiepunt van de Erfgoeddagen in de Sint-Gorikshallen

    Sinds 1989 vinden in de drie Belgische gewesten, net zoals in 40 andere landen ter wereld, tijdens de weekends in de maand september de Erfgoeddagen plaats, onder de vlag van de Raad van Europa. Sinds 1994 zorgt de Directie Monumenten en Landschappen voor de organisatie van dit evenement, dat in Brussel traditioneel het derde weekend van september plaatsvindt. Voor de selectie van de voorgestelde panden, monumenten die anders niet of slechts beperkt toegankelijk zijn voor het publiek, hanteert Brussel het principe van gratis toegang.

    De bedoeling is de inwoners en het erfgoed van een stad of land dichter naar elkaar toe te brengen en de mensen op die manier bewust te maken van de rijkdom van Brussel. Dit geldt ook voor bezoekers uit andere gewesten of landen. Erfgoed is een belangrijke factor voor culturele en maatschappelijke identificatie. Tijdens de Erfgoeddagen kunnen bezoekers tal van plaatsen die verband houden met een bepaald thema gaan bezichtigen en deelnemen aan een hele reeks activiteiten (rondleidingen, wandelingen, fietstochten, rondritten per bus, tentoonstellingen, enz.). Bovendien worden de Erfgoeddagen verlengd tot maandag door de deelname van de leerlingen van het vijfde en het zesde leerjaar van het basisonderwijs en de leerlingen van het middelbaar onderwijs.

    In de loop der jaren kwamen er diverse thema’s aan bod zoals de tuinwijken, glas en ijzer, plaatsen om te feesten, archeologie, licht en verlichting, Expo 58, de kunst van het bouwen, enz. In 2013 lokte dit evenement, waar jaarlijks naar uitgekeken wordt, ongeveer 83.000 deelnemers die belangstelling hadden voor het onderwerp: “Brussel, m’as-tu vu?”

    Het programma omvatte 114 locaties, waaronder galerijen, parken en verkeersaders, waarvan meer dan de helft activiteiten of rondleidingen aanbieden. Verschillende verenigingen en gemeentebesturen stelden allen samen een zeventigtal activiteiten voor, die te voet, per fiets of met de bus konden afgelegd worden.

    De meest bezochte monumenten waren de Sint-Gorikshallen, de Koudenberg, het Broodhuis, de statige woning van de gouverneur van de Nationale Bank van België, het Egmontpaleis, het Brusselse Parlement, het Groot Koninklijk Serment van Sint-Joris der Kruisboogschutters van Brussel, de Koninklijke Muntschouwburg en het Aegidium. In totaal werkten meer dan 300 mensen aan de Erfgoeddagen mee (gemeenten, verenigingen, verantwoordelijken van de locaties), zonder de talrijke bewakers en hostessen mee te rekenen.

    Reclame maken voor het evenement gebeurt via de traditionele kanalen (brochures, affiches, enz.) maar ook via het internet en sociale netwerken. Naast de programmabrochure bevat ook het dubbele nummer van het blad “Erfgoed Brussel” van de maand september elk jaar een gedetailleerde beschrijving van het gekozen thema. Het thema in 2014 is “Geschiedenis en herinnering”. In het kader van dit thema zullen gebouwen voorgesteld worden die getuige waren van belangrijke historische gebeurtenissen, verblijfplaatsen van vooraanstaande personen, gekende artiesten, schrijvers of filosofen, en gebouwen die onderdak boden aan historische verenigingen.

    ZONDER DE BEWAKERS EN HOSTESSEN MEE TE REKENEN, WERKTEN HONDERDEN MENSEN MEE AAN DE ERFGOEDDAGEN.

    Wist u dat ?

    Dit jaar zullen ook de historische musea, monumenten en gedenkplaatsen in de kijker geplaatst worden, waaronder die welke opgericht werden ter herinnering aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Er zullen ook tal van animaties rond het thema aangeboden worden... uw weekend van 20 en 21 september 2014 zal dus goed gevuld zijn!

    bloemblaadjes-gob

    STEMMEN

    Naar het stembureau gaan. Het stemhokje binnenstappen. Een lijst, een partij en eventueel één of meerdere kandidaten kiezen. Stemrecht vormt de essentie van een democratie, op alle niveaus. Verkiezingen organiseren betekent de burgers de mogelijkheid bieden een fundamenteel recht uit te oefenen in de best mogelijke omstandigheden. De verkiezingen – in dit geval de gemeenteraadsverkiezingen – belangen de meeste Brusselaars aan en bieden hen de mogelijkheid te kennen te geven welke personen en partijen ze graag in de gemeenteraad willen zien zetelen. Het resultaat van de verkiezingen zal aangeven wie er de komende jaren in elk van de negentien gemeenten van het gewest de beslissingen zal nemen.

    Als er een evenement van dergelijke omvang op touw gezet moet worden, zijn fouten ontoelaatbaar. Burgers, politici, pers, iedereen kijkt met argusogen toe! In de loop der jaren is het proces geëvolueerd en gemoderniseerd met de komst van elektronisch stemmen en de ingebruikname van een sterk verbeterd systeem. Hiermee kan een stembiljet afgedrukt worden zodat de kiezer zijn stem kan visualiseren en controleren vooraleer het te scannen en te registreren.

    Hoewel de stembusgang zelf slechts één dag in beslag neemt (de laatste editie van de gemeenteraadsverkiezingen vond plaats op 14 oktober 2012), heeft het team “verkiezingen” dat speciaal voor de gelegenheid samengesteld werd binnen Brussel Plaatselijke Besturen meer dan een jaar nodig voor de voorbereiding ervan. Het redigeren van de wetteksten voor de omkadering van het verkiezingsproces, het opstellen van de bestekken voor de verschillende overheidsopdrachten m.b.t. de verkiezingen, het beheren van een helpdesk op de dag van de verkiezingen, het voeren van een informatiecampagne, ... al deze activiteiten spelen zich achter de schermen af.

    11

    SINDS 2006 IS HET GEWEST VERANTWOORDELIJK VOOR DE ORGANISATIE VAN DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN

    8 oktober 2006: voor het eerst in de geschiedenis organiseert het gewest de gemeenteraadsverkiezingen. Bij de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van juli 2001 werd de organisatie van de verkiezingen naar het gewest overgeheveld. In een van de 697 geopende stembureaus op gewestelijk grondgebebied hebben om en bij de 600.000 kiezers van het gewest een keuze gemaakt tussen de 3.529 kandidaten, die verdeeld waren over 141 lijsten. Verder willen we er ook op wijzen dat Brussel het enige gewest van het land is dat in al zijn gemeenten elektronisch stemmen heeft ingevoerd.

    Fouten zijn ontoelaatbaar: er moet vermeden worden dat een fout in de organisatie de burger belemmert zijn stem uit te brengen. We moeten ons ervan vergewissen dat de techniek op punt staat en de wetteksten coherent en duidelijk zijn. Opdat alles van een leien dakje zou lopen, begint Brussel Plaatselijke Besturen meer dan een jaar op voorhand met de voorbereidingen van het gebeuren. De organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen 2012 (de verkiezingen van 2014 waren gewestelijke, federale en Europese verkiezingen) was pas de tweede ervaring van het gewest op dit gebied en vormde een extra uitdaging: er moest met twee kiessystemen gegoocheld worden omdat twee pilootgemeenten uitgerust werden met een nieuw systeem van elektronisch stemmen met papieren bewijs.

    Het proces stap voor stap? Alles begint met het opstellen van wetteksten en informatieve teksten, formulieren voor de kiezers en voor de gemeenten. Er moeten ook overheidsopdrachten gegund worden, onder andere voor de verspreiding van informatie, televisie- en radiospots, het huren van loodsen, beveiligd vervoer, verzekeringen, informatica, enz.

    In de praktijk werden personeelsleden van verschillende directies gedetacheerd om een multidisciplinair “verkiezingsteam” te vormen, dat belast was met het beheer van alle mogelijke aspecten van het evenement: opstellen van het wettelijke kader en van de juridisch-administratieve vragen, gunnen van de overheidsopdrachten, communiceren van informatie, voorbereiden van de informatiedragers en technische assistentie aan de gemeenten, helpdesk, enz.

    Op de vooravond van de grote dag en uiteraard ook de dag zelf heeft de helpdesk de gemeenten juridische en technische ondersteuning geboden. Brussel Plaatselijke Besturen heeft de verzoeken om informatie en tot tussenkomst van de verschillende gemeenten op een doeltreffende manier opgevangen en afgehandeld (hoofdbureaus, stembureaus). De bedoeling was om als eerstelijnshulp antwoorden te verschaffen en eventueel de leverancier in kwestie te contacteren om een tussenkomst te vragen.

    In bepaalde gemeenten met een groter aantal stembureaus of in de gemeenten waar het nieuwe systeem gebruikt werd, waren er personeelsleden van het gewest aanwezig als tussenpersoon tussen de plaatselijke besturen en de gewestadministratie met als hoofddoel: dialogeren, raadgeven, informeren en het vertrouwensklimaat creëren dat nodig is voor het goede verloop van het gebeuren.

    In de weken die volgden op de verkiezingen van 2012 werden de verschillende Brusselse gemeenten uitgenodigd om een algemene debriefing te geven teneinde de organisatie in de toekomst nog te verbeteren.

    OM DE ZES JAAR TREKKEN WE NAAR DE STEMBUS OM DE LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD TE KIEZEN. DE VOLGENDE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN ZULLEN PLAATSVINDEN IN 2018.

    Wist u dat ?

    Naast de gebruikelijke communicatiemiddelen (affiches, televisie- en radiospots, brochures, ...) werd er ook gebruik gemaakt van een website over de Brusselse gemeenteraadsverkiezingen om informatie te verspreiden. De internetgebruikers hebben deze website gretig gebruikt om meer dan 400 vragen te stellen. En op 14 oktober 2012 werden er meer dan 17 miljoen pagina’s geraadpleegd. De tweetalige website werd voorzien van de nodige aanpassingen zodat ook mensen met een visuele of auditieve beperking ze konden raadplegen.

    bloemblaadjes-gob

    VEREENVOUDIGEN

    Hoe kunnen we de nieuwe technologieën benutten om een land, een gewest of een stad te besturen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de gebruikers en personeelsleden van een administratie voordeel kunnen trekken uit de vooruitgang die de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bieden? Dat is de uitdaging van de cel Administratieve Vereenvoudiging en E-government (AVEG) van Brussel Gewestelijke Coördinatie.

    Het meest zichtbare voordeel is het éénloket IRISbox op het internet (zie verder). Het is interessant de werkmethoden en de filosofie te kennen die geleid hebben tot de verwezenlijking van dit technologische contactpunt. Deze nieuwe technologieën zullen het leven van de gebruikers en de personeelsleden van de GOB nog verbeteren.

    De administratieve vereenvoudiging is een initiatief dat letterlijk alle gewestelijke besturen “doorkruist” – en meer zelfs, want met IRISbox kunnen zelfs gemeentelijke formaliteiten vervuld worden. Het initiatief vereist dus interne en externe samenwerking en een participatieve aanpak. De voornaamste belanghebbenden zijn de personeelsleden die de dossiers behandelen. Zij zijn het best geplaatst om praktische problemen te ontdekken. Naar de buitenwereld toe moeten we uiteraard de wijzigingen aan het publiek meedelen, wat daarenboven het imago van de overheidsdienst verandert en opwaardeert.

    Een van de eerste maatregelen die getroff en werden, is de rationalisering van het aantal aangetekende zendingen (die enorm tijden geldrovend zijn voor de administratie en voor de gebruikers) en de inkorting van de behandelingstermijnen. Vervolgens hebben we de administratieve lasten berekend en een proces opgestart om honderden formulieren te vereenvoudigen.

    Tot slot heeft de administratie besloten om aan burgers of ondernemingen geen informatie meer te vragen die opgevraagd kan worden in bestaande databases zoals het rijksregister of de kruispuntbank van ondernemingen. Verscheidene technische maatregelen vereenvoudigen ook het beheer van de overheidsopdrachten en off erteaanvragen. Op die manier kunnen zowel de eenvoudigste zaken – een bewonerskaart om gratis te kunnen parkeren – als de meer complexe aangelegenheden – een kandidatuurdossier voor een overheidsopdracht indienen – afgehandeld worden.

    12

    HET E-LOKET IRISBOX 2.0

    Naar de gemeente of het gewest moeten gaan om het juiste formulier te verkrijgen, het invullen en terugsturen ... Zoveel paperassen en gedoe om een bewonerskaart of een vrijstelling van de gewestbelastingen voor zelfstandigen en ondernemingen te krijgen! Dankzij IRISbox 2.0 dat in juni 2013 in gebruik genomen werd, kan dit alles voortaan thuis en met enkele muisklikken in orde gebracht worden.

    IRISbox is een elektronisch loket waarop de gewestelijke en plaatselijke besturen meer dan 300 interactieve documenten, procedures of formulieren online aanbiedt. Uittreksels van akten (geboorte, huwelijk, enz.), reservatie van een parkeerplaats op de openbare weg, uittreksels van het strafregister, conformiteitsbewijs van een te huur gestelde woning, aanvragen tot terugbetaling zijn enkele voorbeelden van documenten die burgers en bedrijven 24/24 en 7/7 online kunnen aanvragen.

    Voor de burger is IRISbox dus het meest zichtbare onderdeel van een streven naar administratieve vereenvoudiging en de ontwikkeling van e-government – m.a.w. de geleidelijke verandering van de betrekkingen met de overheid, zowel intern als extern, dankzij de nieuwe informatie – en communicatietechnologieën.

    Voordeel? Vermindering van de administratieve lasten en de kosten voor de gebruiker. Maar ook vereenvoudiging van het werk voor de personeelsleden. Sinds 2005 is er in de GOB een cel die zich specifiek met deze doelstellingen bezighoudt. Dat vergt een niet aflatende inspanning, want de administratieve lasten die tussen 2000 en 2008 in België gevoelig gereduceerd werden, waren na 2008 weer fors toegenomen, vooral voor KMO’s en zelfstandigen.

    Om de doelstellingen te bereiken, moeten de personeelsleden samenwerken met de gebruikers, die de administratie erop kunnen wijzen dat sommige van haar vragen niet meer gegrond of gewoonweg moeilijk te begrijpen zijn. De personeelsleden van hun kant kunnen dan voorstellen om de tekst aan te passen, een of andere wettelijke bepaling te herzien of nieuwe maatregelen te testen. Ze kunnen ook vaststellen dat een proces voor het behandelen van dossiers bijzonder lang en ingewikkeld is – soms in die mate dat het moeilijk is om de aanvrager regelmatig op de hoogte te houden van de stand van zijn dossier.

    In dat geval kunnen de personeelsleden voorstellen het aantal gevraagde documenten te verminderen en (of) etappes in de verwerking van het dossier af te schaffen of manieren voorstellen om de behandelingsduur van het dossier te verkorten. De personeelsleden moeten ook samen met de gebruikers nadenken over het communicatiekanaal dat ze zullen gebruiken om de stand van de dossiers door te geven en over manieren om te ingewikkelde formulieren te verduidelijken en te vereenvoudigen.

    Dit alles vergt een transversale aanpak over de verschillende besturen heen en een centralisering en uitwisseling van gegevens tussen de partijen. De rode draad van het verhaal: iedereen moet baat hebben bij de acties die ondernomen worden, zowel de personeelsleden als de gebruikers.

    MEER DAN 300 FORMULIEREN ZIJN BESCHIKBAAR OP IRISBOX.

    Wist u dat ?

    Om IRISbox te gebruiken, heeft men zijn elektronische identiteitskaart (eID) nodig, samen met zijn pincode en een SmartCard-lezer (om de identiteitskaart te lezen). Op de computer moeten de Java-software en een PDF-reader geïnstalleerd zijn. Het adres van de webpagina is doodeenvoudig: www.irisbox.be.

    bloemblaadjes-gob

    ZICH VERPLAATSEN

    Wie heeft er nog niet in de file vastgezeten om Brussel in of uit te rijden? Iedereen weet het: de autodruk in de hoofdstad is bijzonder groot. Niemand betwist ook dat men het openbaar vervoer en nieuwe mobiliteitssystemen moet promoten.

    Het is echter interessant om zich over de oorsprong van het probleem te buigen: het toenemende aantal verplaatsingen in Brussel. Eerste oorzaak van mobiliteit: de tewerkstelling. Het Brussels Gewest vormt de grootste tewerkstellingspool van het land met meer dan 700.000 jobs, waar men ook nog de jobs in de GEN-zone, ofwel de grote rand (Mechelen, Leuven, Waver, Ottignies, Nijvel, Edingen enz.), moet aan toevoegen. Bovendien wordt meer dan de helft van de betrekkingen ingevuld door niet-Brusselaars. Dit zorgt voor talrijke verplaatsingen en voertuigen …

    Een andere activiteit die een oorzaak van verplaatsingen vormt: het onderwijs – ook al zijn er hierover minder cijfergegevens beschikbaar dan over tewerkstelling. Dit kan echter een aanwijzing zijn: de scholen nemen 5% van de Brusselse bebouwing in beslag. Van de kleuterschool tot en met het middelbaar onderwijs telt Brussel ongeveer 250.000 leerlingen. Dan hebben we het nog niet over de studenten van hogescholen en universiteiten en het kaderen onderhoudspersoneel ervan.

    De derde activiteit die verkeer teweegbrengt: de handel. Naast het stadscentrum (Nieuwstraat enz.) en de bovenstad (Naamsepoort, Louizalaan enz.) is Brussel bezaaid met talrijke handelskernen. Tot slot vormt cultuur, dat erg geconcentreerd is in bepaalde wijken van de vijfhoek, Elsene-Etterbeek, Sint-Gillis enz. de vierde activiteit die leidt tot verplaatsingen. Hoe kunnen we deze dagelijkse veelvoudige volksverhuizingen het hoofd bieden? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt over belangrijke bevoegdheden inzake mobiliteit: openbaar vervoer (met uitzondering van spoorwegen), infrastructuur van wegvervoer, taxi’s enz. Het is hoofdzakelijk Brussel Mobiliteit dat de oplossingen om de stad te ontlasten voorstelt en bevordert. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van het openbaar vervoer en de promotie van nieuwe mobiliteitssystemen (auto- en taxidelen, fi etsen, voetgangerstrajecten enz).

    13

    BRUSSEL HEEFT ZIJN METRO

    Een doeltreffend en rendabel openbaarvervoersnet ontwikkelen, dat aan de behoeften van de bevolking beantwoordt, behoort tot de taken van Brussel Mobiliteit. Dit omvat de Brusselse metro. Ook al is de MIVB de uitbater van het netwerk, het gewest blijft de eigenaar ervan. Het is dus Brussel Mobiliteit dat alle wijzigingen, renovaties en infrastructuurwerken in de metrostations en -tunnels uitvoert. Een netwerk dat momenteel 69 stations telt, die worden aangedaan dankzij 39,5 km aan metro- en 11,7 km aan premetronetwerk. Voor een netwerk dat slechts 9 stations telde in 1970, kan men dus wel zeggen dat er een hele weg is afgelegd …

    Het ondergronds openbaarvervoersnet kende een aanzienlijke evolutie in de laatste 25 jaar, onder meer gekenmerkt door verschillende uitbreidingen en nieuwe stations, de sluiting van de kleine metroring van Simonis tot Simonis en de volledige reorganisatie van de MIVB-lijnen.

    Zo werd in 1988 lijn 1 (toenmalige benaming) uitgebreid met de stations Kraainem en Stokkel en werd lijn 2 (van Zuid naar Simonis) omgevormd van premetro, wat neerkomt op een ondergrondse tram, tot metro. In de loop der jaren ontstonden er nieuwe stations: Bizet (1992), Clemenceau (1993), Heizel en Koning Boudewijn (1998).

    Sinds 2003 zien we een vermenigvuldiging van uitbreidingen van lijnen en feestelijke openingen van nieuwe stations. De toekomstige evolutie is de uitbreiding van de metro naar het noorden (Schaarbeek en Evere).

    Het is de directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer (DIOV) die zich bezighoudt met de zware inrichtings- en renovatiewerkenvan de stations en vereiste infrastructuren. Maar ze houdt zich ook bezig met herschilderen en de modernisering van de elektrische, verlichtings- of veiligheidsinstallaties, of met onderhoud en anti-graffitibehandeling. Om elke ontregeling te vermijden voert men de werken in de tunnels ‘s nachts uit, tussen 1.00 en 4.30 uur.

    Een van de huidige uitdagingen betreft de toegankelijkheid van de stations voor personen met beperkte mobiliteit. In januari 2014 waren er al 31 stations toegankelijk, ofwel 45% van het net. Men schat dat 35% van de bevolking ‘mindervalide’ is: ouderen, zwangere vrouwen, mensen met een tijdelijk letsel, gehandicapten enz. Concreet vertaalt dit zich in aangepaste signalisatie (braille, geleidelijnen) en een aanpassing van de uitrustingen (liften, roltrappen, hellingen).

    45% VAN DE METRO- EN PREMETROSTATIONS IS TOEGANKELIJK VOOR PERSONEN MET BEPERKTE MOBILITEIT.

    Wist u dat ?

    Een ondergrondse kunstgalerij. Zo zou men het Brusselse metronet kunnen noemen. Meer dan 80 kunstwerken luisteren de perrons en loketzalen op. Men moet ze regelmatig onderhouden en renoveren. Zo heeft men in 2012 acht werken in hun oorspronkelijke staat hersteld of geïnstalleerd.

    14

    BRUSSEL-HOOFDSTAD, HET 1STE GEWEST MET EEN REGELGEVING VOOR TAXI’S EN HET BEHEER VAN DE BOUWPLAATSEN

    Elke dag rijden er 1.300 taxi’s door Brussel. Het gewest was het eerste van het land om op dit gebied wetten te maken om een degelijk beleid voor een Europese hoofdstad te waarborgen en klantgerichtheid aan te moedigen. Dit gebeurde in 2005. Verhuurdiensten van wagens met chauffeur en het gespecialiseerde geregelde vervoer zijn opgenomen in het gewestelijke beleidsplan.

    De directie Taxi’s vormt het centrale knooppunt voor de uitbating ervan. Ze reikt de vergunning voor het exploiteren van een taxidienst en de vernieuwing ervan elke zeven jaar uit, alsook de stopzettingen van gebruik en de bekwaamheidscertificaten (toegang tot het beroep van taxichauffeur). Ze verzorgt ook de beroepsopleiding en beheert de database van de 781 uitbaters, 2.963 chauffeurs en 37 uitbaters van verhuurdiensten van wagens met chauffeur.
    Uiteraard ziet de directie toe op de naleving van de reglementering, behandelt ze geschillen (klachten van de klanten) en beheert ze de tarieven en standplaatsen.

    Wat de taxi’s betreft lopen er talrijke projecten zoals elektrische taxi’s invoeren, beter communiceren naar het publiek en de exploitanten, een tevredenheidsbarometer voor de klanten, de ontwikkeling van de administratieve boetes enz.

    In diezelfde geest van zoeken naar vernieuwende oplossingen coördineert de Commissie voor de Coördinatie van de Bouwplaatsen (waarvoor Brussel Mobiliteit het secretariaat verzorgt) sinds 1998 het beheer van de bouwplaatsen op de weg om toe te zien op de vlotte doorstroming van het verkeer, een goede afbakening en de veiligheid van de burgers. De Commissie, die samengesteld is uit de verschillende wegbeheerders, politiezones, gemeenten… streeft een drievoudige doelstelling na. Vooreerst vermijden dat er te vaak werken plaatsvinden op eenzelfde weggedeelte. Vervolgens de bruikbaarheid van de weg tijdens de werken waarborgen.

    En tot slot toezien op de goede en gezonde uitvoering van de bouwplaatsen op de openbare weg.

    In 2008 heeft een nieuwe ordonnantie de wetgeving aangepast aan de verkeerstoename en de eisen van de weggebruikers. Ze heeft met name het toepassingsgebied uitgebreid naar de gemeentewegen en de duur tijdens welke een weg niet opnieuw door een bijkomende bouwplaats opengebroken mag worden verlengd van twee tot drie jaar.

    In de praktijk analyseert de Commissie voor de Coördinatie van de Bouwplaatsen de aanvragen tot opening van bouwplaatsen ingediend door de gemeenten, vervoersmaatschappijen enz. Zij controleert uitgevoerde werken dagelijks op het terrein, ziet toe op de mobiliteit van alle weggebruikers en waarborgt de coördinatie met de andere werken of de gebeurtenissen die een impact hebben op het verkeer zoals de Europese toppen, grote sportmanifestaties enz. Begin dit jaar kwam er een nieuw digitaal platform, Osiris genaamd, voor de coördinatie van de werken.

    HET GEWEST HEEFT GEÏNNOVEERD, ZOWEL OP VLAK VAN TAXI’S ALS OP VLAK VAN HET BEHEER VAN DE BOUWPLAATSEN.

    Wist u dat ?

    15

    NIEUWE MOBILITEITSSYSTEMEN: CAMBIO, COLLECTO, VILLO!, ZEN

    Zich verplaatsen zonder dat de stad opgestopt raakt. Dit is een van de voornaamste uitdagingen van Brussel Mobiliteit en haar directie Beleid. Een van de oplossingen: nieuwe mobiliteitssystemen. Het is zaak de doelstellingen van het Iris 2-plan te bereiken, die als doel hebben het autoverkeer met 20% terug te dringen. Het alternatieve vervoersaanbod wil economische ontwikkeling en de toenemende mobiliteitsbehoeften combineren met verbetering van de levenskwaliteit en duurzame ontwikkeling. De bewustmakingsacties bestemd voor scholen, bedrijven en burgers maken deel uit van deze aanpak. Hier volgen enkele initiatieven die ‘alternatieve’ verplaatsingen mogelijk maken.

    Villo! is een ‘zelfbedieningsfiets’, gelanceerd in mei 2009 door de firma JC Decaux (stadsmeubilair en displays). Binnenkort zullen 350 operationele stations bijna 4.000 fietsen ter beschikking stellen van het publiek. Er zijn al 33.500 abonnees. De doelstelling is om de 400 meter een Villo!-station te hebben. De gebruiker kan kiezen tussen een jaarlijks abonnement of een dag- of weekkaart. Het tariefsysteem stimuleert het gebruik voor korte trajecten (minder dan een half uur).

    Cambio en Zen Car. Sinds de ingebruikname in 2003 kende dit autodeelsysteem een interessante groei met een honderdtal stations, verspreid over het hele gewest. Het systeem maakt het mogelijk om het bezit van een voertuig te vermijden en stimuleert een gematigd autogebruik. Men raamt dat een Cambio-auto acht individuele voertuigen vervangt (wat dus ook neerkomt op evenveel parkeerplaatsen minder). Het door Taxistop beheerde initiatief trekt ook de aandacht van grote ondernemingen. Brussel Mobiliteit stimuleert de opening van nieuwe stations en vergemakkelijkt de inplanting ervan op plaatsen die in verbinding staan met de andere vervoersnetten. Momenteel vind je om de 800 meter een Cambiostation. Zen Car is hetzelfde principe, maar dan met elektrische auto’s. Het kleine broertje van Cambio, gelanceerd in 2011, telt ongeveer 25 stations in Brussel.

    Collecto. De taxi nemen, maar dan niet op je eentje. Dit is namelijk de doelstelling van Collecto, een collectieve taxidienst die elke nacht tussen 23.00 en 6.00 uur werkt en zo een aanvulling vormt op het nachtbussennet van de MIVB, dat ‘s weekends rijdt. Dit initiatief, dat eind 2008 gelanceerd werd, kwam in april 2010 van de grond dankzij tariefwijzigingen. Het eenheidstarief bedraagt 6 euro (5 euro voor houders van een Mobib-kaart van de MIVB). De gebruiks-, getrouwheids- en groeperingscijfers (delen van een voertuig met verschillende personen) gaan in stijgende lijn. In 2013 kon Collecto rekenen op 142.000 gebruikers in totaal. Het maandelijkse gemiddelde loopt op tot bijna 12.000 reizigers.

    VILLO!, CAMBIO, ZEN CAR, COLLECTO: ALTERNATIEVE MOBILITEIT OVERTUIGT STEEDS MEER GEBRUIKERS.

    Wist u dat ?

    Het aantal verplaatsingen met de fiets in Brussel is in tien jaar verdrievoudigd. Elke dag stappen tussen de 40.000 en 50.000 personen op hun fiets. 40% van de huishoudens bezit immers een fiets. Brussel Mobiliteit blijft het netwerk van de gewestelijke fietsroutes ontwikkelen. Deze trajecten van 10 tot 15 km, afgebakend met verkeersborden en wegmarkeringen, doorkruisen verschillende gemeenten. 3 op 5 verplaatsingen in het gewest beslaan minder dan 5 km: er is een mooie toekomst weggelegd voor de fiets …

    bloemblaadjes-gob

    ZICH UITRUSTEN

    Een tunnel graven, een nieuw metrostation plannen, een waterzuiveringsinstallatie ontwerpen enz. ‘Infra’-structuren omvatten per definitie meer dan wat we op het eerste gezicht zien. Zij zijn essentieel voor onze verplaatsingen en – ruimer – ons dagelijks leven. Denk bijvoorbeeld aan de zuivering van het water dat we gebruiken voordat men het in de Zenne loost, wat sinds 2007 gebeurt in het waterzuiveringsstation Brussel-Noord, het grootste van België.

    Brussel Mobiliteit beheert en komt tussen in 43 weg- en voetgangerstunnels, 94 bruggen, viaducten en voetgangersbruggen, de verkeerswisselaars Reyers en Pede of nog de 2 hectare grote dekplaat van de Leopoldruimte in de Europawijk. Maar Brussel Mobiliteit is ook de dienst voor coördinatie van het verkeer, zoals u kan lezen op bladzijde 60-61. Dit alles dankzij meer dan 450 personeelsleden, wat neerkomt op ongeveer een kwart van de medewerkers van de Brusselse gewestelijke administratie. Het ‘eenvoudig’ onderhoud van de tunnels omvat met name het schoonmaken, het functionele toezicht en het onderhoud van de technische uitrusting en de vernieuwing en reparatie van structurele componenten en de wegbekleding, maar ook dringende interventies zoals op de weg gevallen voorwerpen verwijderen, elementen die losgekomen zijn vastmaken, pannes oplossen, ijs verwijderen enz.

    Het onderhoud van de tunnels vereist dus 3 tot 7 sluitingen per maand en kost meer dan 5 miljoen euro per jaar! Brussel Mobiliteit beheert 11,8 km aan tunnels. Naast onderhoud ondergaan ze – net zoals andere kunstwerken – grote werken van civiele bouwkunde, zoals de vervanging van de waterdichtheidslagen en de uitzettingsvoegen.

    De renovatie van de Leopold II-tunnel, de ophogingswerken van de uitrit van de Wettunnel in verband met de spoorwegverbinding Schuman- Josafat, de nieuwe NAVO-tunnel en het ondertunnelingsproject van de kleine ring zijn maar enkele voorbeelden van onze (lopende of toekomstige) verwezenlijkingen.

    Laat ons, wat de coördinatie van het verkeer betreft, het geval bekijken van het beheer van de verkeerslichten en de Brusselse tunnels. Het betreft hier complexe systemen. Ze maken dus allemaal het voorwerp uit van permanent toezicht en voortdurend onderhoud door Brussel Mobiliteit en zijn onderaannemers. De doelstellingen hierbij zijn de veiligheid van de gebruikers, een vlotte doorstroming van het verkeer en zuinigheid bij het gebruik. Dit alles gebeurt vanuit een uitgestrekte toezichtruimte met aanfl oepende beeldschermen en flikkerende lichten.

    16

    INHULDIGING VAN HET WATERZUIVERINGSSTATION BRUSSEL-NOORD

    Iedere dag verbruiken we elk 120 liter water, waaraan men nog de door de bedrijven en industrie geloosde hoeveelheden water moet toevoegen. Vroeger loosde men dit afvalwater rechtstreeks in de Zenne, wat de waterloop verontreinigde en de biodiversiteit schaadde. De omzetting van een Europese richtlijn van 1991 over het waterbeleid zorgde ervoor dat het Brussels Gewest in 1994 de verplichting invoerde om het afvalwater te behandelen alvorens het in de Zenne te lozen.

    Twee waterzuiveringsstations vervullen deze taak: het station Brussel-Zuid en het station Brussel-Noord, het recentste en grootste station van België. Samen verwerken ze ongeveer 150 miljoen kubieke meter water per jaar.

    Het station Brussel-Noord behandelt het equivalent van het afvalwater geloosd door 1,1 miljoen inwonersequivalenten. Dit komt neer op 275 miljoen liter afvalwater per dag. Het station, geopend in 2007, ligt langs het kanaal van Charleroi naar Willebroek, ter hoogte van de Budabrug, en zuivert het water van de onderbekkens Noord en Woluwe.

    Het gewest vertrouwde in 2001 het ontwerp, de bouw en de uitbating ervan tot in maart 2027 toe aan Aquiris, een dochtermaatschappij van de Franse groep Veolia, naar aanleiding van een oproep tot kandidaatstelling van 1997. Technisch is het de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB) die de concessie heeft toegekend. Aquiris beheert de site en de installaties.

    Het behandelde water is afkomstig van de Brusselse huishoudens en het onderbekken van de Woluwe (keukens en wasruimten), de industrie en het afstromend regenwater. Het wordt uitgestort via vier hoofdleidingen met een gemiddeld debiet van 3 kubieke meter per seconde bij droog weer. Aan dit storttempo leidt men het water naar het biologische zuiveringscircuit. Debieten hoger dan 8 kubieke meter gaan langs het pluviale circuit.

    Maar hoe werkt dit? De ontzandings-/vetverwijderingsinstallatie laat de zware deeltjes (het zand) toe om te bezinken, terwijl geïnjecteerde luchtbelletjes de vetten doen stijgen naar het wateroppervlak, waar ze worden opgerakeld en verwijderd. Het water doorloopt dan nog drie andere biologische zuiveringsfasen alvorens men het in de Zenne loost. Hoewel de kwaliteit ervan geschikt is voor de natuurlijke omgeving, is het toch niet drinkbaar.

    Het traject dat het water doorloopt bij regenweer is sneller: ontzanding en snelle bezinking voor men het in de rivier loost. Bovendien gaat er niets verloren: de modder afkomstig van de waterzuivering wordt omgezet in biogas dat men gebruikt voor de werking van de installaties. De gemineraliseerde residuen verwijdert men van de site.

    HET WATERZUIVERINGSSTATION BRUSSELNOORD BEHANDELT HET GELOOSDE AFVALWATERVAN 1,1 MILJOEN INWONERSEQUIVALENTEN.

    Wist u dat ?

    De gewestelijke belasting op de lozing van afvalwater, waarvan men het volume berekende aan de hand van de verbruiksmeter, werd op 31 december 2006 afgeschaft en vervangen door een retributie.

    17

    OPRICHTING VAN HET VERKEERSCENTRUM ‘MOBIRIS’

    Of u zich nu op de bus, in de tram of achter het stuur bevindt, wie zou er zich kunnen voorstellen dat men het verkeer in Brussel constant surveilleert en organiseert als ware het een choreografie? Sinds 2003 surveilleert Mobiris, het verkeerscentrum, het verkeer 7 dagen op 7 en 24 uur op 24.

    In de grote toezichtruimte kan men altijd minstens twee operatoren aantreffen. Enerzijds controleren ze de infrastructuur door de technische alarmsystemen van de ventilatie en de elektriciteit in de tunnels te bewaken en stellen ze interventiefiches voor onderhoudsfirma’s op. Anderzijds beheren ze het autoverkeer via camerabewaking, beantwoorden ze oproepen van verschillende partners of van de noodtelefoons in de tunnels en starten ze alarmschema’s op bij ongevallen. Tijdens de spits houden de redacteurs de belangrijkste media onafgebroken op de hoogte van de verkeerssituatie in de tunnels en op de drukke verkeersaders van onze hoofdstad. De verkeersinformatie omvat ook de communicatie over de lopende werken en de getroffen maatregelen bij belangrijke evenementen (zoals cultuur- of sportevenementen).

    Mobiris voert ook operationele studies over mobiliteit uit, verzamelt gegevens van op het terrein via verschillende teltechnieken en ontwikkelt systemen en uitrustingen die nodig zijn voor zijn werking. Deze informatie en opmerkingen in real time maken het mogelijk scenario’s uit te werken om op optimale wijze de verkeerstromen over het hele verkeersnet te verdelen.

    Om al deze taken te verwezenlijken beschikt Mobiris over honderden bewakingscamera’s, noodtelefoons, rook- en verontreinigingsmelders, tellingscamera’s, nummerplaatherkenningssystemen, verkeerslichten om de sluiting van deze of gene tunnel aan te geven enz.

    De komende jaren zullen worden gekenmerkt door talrijke projecten. Zo zijn er de onderbreking van radiofrequenties voor noodberichten (break-in radio), de installatiewerken voor de automatische opsporing van incidenten, een nieuwe verbindingscentrale voor de verkeerslichten en de verbinding van 513 gewestelijke kruispunten met deze centrale, nieuwe dynamische verkeersborden, motorpatrouilleurs om de verkeersinformatie te verbeteren, de uitbreiding van het aantal camera’s, de nummerplaatherkenning, de berekening van de reistijd enz. Kortom, er beweegt wat bij Mobiris!

    IN DE GROTE TOEZICHTRUIMTE KAN MEN ALTIJD MINSTENS TWEE OPERATOREN AANTREFFEN.

    Wist u dat ?

    Sinds februari 2014 bedient men de Brusselse verkeerslichten van op afstand dankzij een volledig nieuwe centrale. Het gaat om een intelligent informaticasysteem waarmee men deze verkeerslichten met elkaar verbindt om het beheer van de kruispunten te verbeteren en de vlotte doorstroming van het verkeer in goede banen te leiden. Momenteel zijn nog maar 30 kruispunten uitgerust met verkeerslichten die volledig verbonden zijn met de centrale. Op termijn zal de centrale 513 regionale kruispunten beheren.

    bloemblaadjes-gob

    BEHEREN

    Brussel Financiën en Begroting vervult een sleutelrol in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zijn bevoegdheden zijn heel uitgebreid: gaande van het beheer van de overheidsfondsen en het vermogen van het gewest, tot de rol van raadgever voor zijn interne en externe partners op budgettair en financieel vlak, dankzij zijn expertise inzake budgettaire aangelegenheden zoals boekhouding, financieel beheer en controle.

    Brussel Financiën en Begroting is belast met het beheer en de controle van de begroting van de gewestelijke entiteit, het beheer van de boekhouding en de consolidering van de rekeningen van de gewestelijke entiteit, het beheer van de thesaurie van het ministerie (GOB) en van de schuld, de centralisering en de coördinatie van de thesaurieën van de autonome bestuursinstellingen (ABI), de behandeling van financiële geschillen, de uitvoering van allerlei financiële, boekhoudkundige en budgettaire controles, het goede financiële beheer, het beheer van de vastleggingen en vereffeningen ... en het opstellen van wet- en reglementaire teksten met betrekking tot zijn activiteitsdomeinen.

    In 2012 werd Brussel Financiën en Begroting uitgerust met een geautomatiseerde maandelijkse begrotingsmonitor.

    Dankzij de (maandelijkse, jaarlijkse, enz.) thesaurievooruitzichten, die sinds 2007 in afzonderlijke programma’s beheerd worden, kon de financiële toestand van het gewest beter bestuurd worden. In 2013 heeft de directie Thesaurie een project opgestart om de verschillende gegevensbronnen die ze gebruikt te integreren. Deze thesaurievooruitzichten zullen allemaal geïntegreerd worden in hetzelfde programma SAP-BPC (Business Planning and Consolidation). Dit integratieproject zal resulteren in een gestandaardiseerd beheer van de vooruitzichten, een grotere responsabilisering van de thesauriecorrespondenten en een geoptimaliseerde communicatie en verslaggeving.

    18

    OPRICHTING VAN HET AGENTSCHAP VAN DE SCHULD

    Net zoals landen of... particulieren hebben gewesten financiering nodig om hun projecten tot een goed einde te kunnen brengen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest had dus een specifieke structuur nodig. Het gewestelijke financiële risico is niet langer beperkt tot enkel de GOB, maar strekt zich uit tot alle instellingen die een band hebben met het gewest. Een Europese norm op begrotingsen boekhoudkundig vlak versterkt die nieuwe risicoverbredende aanpak.

    De reikwijdte van het gewestelijke financiële risico is de laatste acht jaar immers behoorlijk toegenomen.

    Het Agentschap van de Schuld, dat op 1 januari 2014 werd opgericht, omvat de twee diensten die tot dan toe het beheer, de controle en de centralisering van de schuld op zich namen, namelijk de directie Schuldbeheer van Brussel Financiën en Begroting en het Financieel Coördinatiecentrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FCCB), die de gewestelijke thesaurieën centraliseerde (ABI’s en andere). Het Agentschap biedt een structureel antwoord op het beheer van het globale financiële risico in onzekere financiële tijden (we herinneren ons nog de financiële crisis van de jaren 2009-2012). De directie “Front Office” zal op haar beurt de uitwerking van alle strategieën in het kader van de directe schuld op zich nemen en onderhandelen over alle financiële verrichtingen in naam van de minister van Financiën. Ze zal een dynamische monitoring van de gewaarborgde schuld invoeren en zal intern een financiële consultancyrol op zich nemen ten dienste van de hele regering en alle instellingen die een band hebben met het gewest.

    De directie “Middle Office” beheert de databanken, analyseert de financiële gegevens en berekent de strategische indicatoren voor het schuldbeheer. Verder voert de directie financiële studies uit op gewestelijke schaal, zorgt ze voor de financiële rapportering en coördineert ze het gecentraliseerde beheer van de thesaurie, ook wel “cashpooling” genoemd, en de financiële consolidatie.

    De cel “Back Office” controleert de door de bank beheerde financiële bewegingen (betalingen en ontvangsten) en start het proces van de betaalbaarstelling op. Er wordt dus een strikte interne controle ingesteld door de scheiding van de functies, wat in het jargon een “Chinese Wall” wordt genoemd, letterlijk de “Chinese Muur”.

    In de toekomst rekent het Agentschap erop die uitstekende resultaten van het schuldbeheer en van het FCCB te benutten om een nieuwe krachtlijn uit te werken: zorgen voor een performant financieel management ten dienste van de gewestelijke entiteit.

    DE CONTROLEORGANEN – HET REKENHOF, HET BRUSSELSE PARLEMENT EN STANDARD & POORS, DAT WERELDWIJD SCHULDRATINGS TOEKENT – HEBBEN DE UITSTEKENDE RESULTATEN OP HET VLAK VAN FINANCIEEL BEHEER EN FINANCIËLE CENTRALISATIE ERKEND.

    Wist u dat ?

    De criteria inzake financieel management en liquiditeit worden al een jaar lang beschouwd als “very positive” door Standard & Poors – en dat is de hoogste rating bij het ratingagentschap. Bovendien is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de enige Belgische overheidsentiteit van wie de rating tijdens de crisis niet verlaagd werd. Het gewest heeft zijn AA-rating behouden sinds het beoordeeld werd, dus sinds 1996.

    19

    BRUSSEL BEHEERT DOELTREFFEND ZIJN BEGROTING

    In februari 2006 is de organieke ordonnantie houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle (OOBBC) in werking getreden. Deze ordonnantie voorziet in het voeren van een dubbele algemene boekhouding, zoals dat al veertig jaar gebeurt in bedrijven. De algemene boekhouding wordt op geïntegreerde wijze in relatie met de begrotingsboekhouding gevoerd.

    De OOBBC werd opgesteld door een uitgebreide werkgroep met diverse experten en leden van de directie van Brussel Financiën en Begroting, van het bevoegde ministeriële kabinet, maar ook van het Rekenhof en van de Inspectie van Financiën. Deze samenwerking maakte het mogelijk een geheel aan wettelijke voorschriften te verwezenlijken, waaronder de OOBBC, die 112 artikelen telt en de hoeksteen van deze voorschriften vormt.

    Concreet creëert de OOBBC de gewestelijke entiteit die de diensten van de regering en de paragewestelijke instellingen die geconsolideerd zijn volgens ESR-norm omvat. De ordonnantie voorziet onder meer in de verwezenlijking van een geconsolideerde algemene rekening, de invoering van diverse controleniveaus, namelijk: de functionele controle uitgevoerd door elk personeelslid, de boekhoudkundige controle, de controle van het goede financiële beheer, de beheerscontrole en de controle van de vastleggingen en vereffeningen.

    De OOBBC voorziet in het schrappen van het voorafgaande visum van het Rekenhof, waardoor de betalingstermijnen van het gewest ingekort zijn. Dit voorafgaande visum was immers een steeds minder passend controlesysteem, dat weinig compatibel was met de invoering van een nieuw boekhoudsysteem en met de organisatie van een moderne begrotings- en boekhoudprocedure, en dat kon maar gebeuren als er in het bijzonder een nieuw en performant controlesysteem werd ingevoerd.

    Zo verbetert dit controlesysteem (de functionele controle, de boekhoudkundige controle, de controle van de vastleggingen en vereffeningen, de controle van het goede financiële beheer en de beheerscontrole, ... ) sterk de transparantie en het beheer van de overheidsgelden van het gewest.

    Er wordt voorzien in een identieke begrotingsstructuur voor de GOB en voor alle pararegionale instellingen, wat ook de begrotingstransparantie verbetert. Bovendien wordt er sinds 2008 jaarlijks een algemene rekening opgesteld volgens het principe van de dubbele boekhouding. In 2012 zijn voor het eerst de geconsolideerde rekeningen van de gewestelijke entiteit opgesteld.

    Er valt ook op te merken datde directie Boekhouding, de directie Thesaurie, de directie Financiële Controle en goed financieel Beheer, de entiteit van de gewestelijke boekhouder, de cel Controle van de Vastleggingen en Vereffeningen en de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole hun expertise ter beschikking stellen van de diensten van

    OP BEGROTINGSVLAK OMVAT DE GEWESTELIJKE ENTITEIT DE GOB (MINISTERIE) EN DE GECONSOLIDEERDE PARAREGIONALE INSTELLINGEN.

    WIST U DAT IEDEREEN OP DE SITE VAN HET GEWEST (WWW.BRUSSEL.IRISNET.BE) DE GEWESTBEGROTING KAN RAADPLEGEN, DIE OPGESTELD WORDT IN DE VORM VAN EEN ONTWERPORDONNANTIE?.

    Wist u dat ?

    Het is de computertoepassing SAP “Bru-Budget” die e-budgeting mogelijk maakt. Een mooi voorbeeld van administratieve vereenvoudiging ... binnen de administratie! Dankzij Bru-Budget verloopt het proces, van de eerste begrotingsaanvraag tot aan het parlementaire document goedgekeurd door het gewestelijke parlement, volledig digitaal via een “workflowsysteem”. Alle betrokken partijen keuren de cijfergegevens goed via deze applicatie. De samenhang van de gegevens wordt dus gegarandeerd. De rapportering kan geraadpleegd worden door alle betrokken diensten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest speelde op dit vlak een pioniersrol. De federale overheid heeft deze computertoepassing overgenomen om er in de toekomst haar eigen begroting mee op te stellen.

    bloemblaadjes-gob

    WONEN

    Artikel 23 van de Belgische Grondwet bepaalt dat iedereen recht heeft op behoorlijke huisvesting. Maar dan moet de overheid zich wel de middelen toemeten om de huurwoningen te verbeteren en huisjesmelkers te helpen bestrijden, in samenwerking met het gerecht. Op 1 juli 2004 is daarom de Huisvestingscode van kracht geworden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met als doel spelregels vast te leggen voor de Brusselse huurwoningen, want tot dan toe bestonden er geen dergelijke regels. Op die manier wou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bovendien feitelijk behoorlijke huisvesting garanderen aan al zijn inwoners.

    Op hetzelfde moment startte ook de Gewestelijke Huisvestingsinspectie haar activiteiten op. Die activiteiten betreff en de controle van de veiligheids-, gezondheids- en uitrustingsvereisten die de code oplegt. De code is overigens gewijzigd in 2013.

    Die omvangrijke opdracht houdt in dat Brussel Stedelijke Ontwikkeling ingezet wordt binnen de GOB. Meerdere structuren van dit bestuur zetten de theorie om in praktijk: de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie (2004) en de cel Leegstaande Woningen, een onderdeel van de Directie Huisvesting (2012). Het Wooninformatiecentrum centraliseert alle informatie, wet- en regelgeving, enz. om de vragen van het publiek te beantwoorden.

    Om te garanderen dat de normen opgelegd door de Brusselse Huisvestingscode nageleefd worden, beschikt de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie over onderzoekscellen met inspecteurs en architecten: die controleren de staat waarin de woningen verkeren. Een maatschappelijke cel helpt op haar beurt de huurders van wie de woning niet langer verhuurd mag worden, aangezien ze niet voldoet aan de veiligheids-, gezondheids- en uitrustingsvereisten.

    De Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie komt hoofdzakelijk tussen naar aanleiding van klachten ingediend door huurders, maar ook door gemeenten, OCMW’s, enz. Die klachten leiden over het algemeen tot een ingebrekestelling om de noodzakelijke werken uit te voeren, gevolgd door het opknappen van het goed. In bepaalde gevallen leiden de klachten tot een onmiddellijk verbod om de woning te huur te stellen, gevolgd door sociale bijstand aan de huurder met het oog op zijn/haar herhuisvesting. Na het verhuurverbod verstrekt de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie een conformiteitscontroleattest nadat de verhuurder alle werken heeft uitgevoerd. De inspectie neemt ook het initiatief om bezoeken uit te voeren. Zo worden de woningen die deze directie controleert behoorlijk opgeknapt.

    20

    UITVOERING VAN DE BRUSSELSE HUISVESTINGSCODE

    De Brusselse Huisvestingscode heeft als doel te zorgen voor behoorlijke huisvesting voor iedereen. En het feit dat Brussel geconfronteerd wordt met een bevolkingsexplosie, maakt dit doel des te crucialer. De eerste huisvestingscode, die in 2003 werd opgesteld, werd tien jaar later herzien om hem aan te passen aan de vereisten die voortvloeien uit de toename van de bevolking, maar ook om lessen te trekken uit vele jaren praktijkervaring. Dit alles gebeurde op basis van een participatieve aanpak met de spelers van de sector en de betrokken administraties.

    Wat onbewoonbaarheid betreft, bevordert de nieuwe code het in overeenstemming met de normen brengen en het opnieuw te huur stellen. Hoe? Door een einde te maken aan de certificaten en conformiteitsattesten, door de mogelijkheid om de helft van de boete die de verhuurder wordt opgelegd te schorsen (waarvan de volledige betaling het budget beperkte dat aan de werken besteed kon worden) en door de duur die toegekend wordt voor de werken te verlengen van 8 tot 12 maanden (met een eventuele verlenging van deze termijn bij omstandigheden waarop de verhuurder geen sinvloed heeft).

    Met hetzelfde doel voor ogen wordt de verhuring van de woningen niet langer verboden als de werken van geringe omvang zijn en niet in verhouding staan tot die doelstelling. De bevoegdheid van de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie om onaangekondigd woningen te bezoeken werd uitgebreid.

    Als de huurder een klacht heeft ingediend, wordt het onderzoek voortgezet zelfs als de huurder vertrokken is: het was voor een weinig scrupuleuze eigenaar te eenvoudig om de huurder te doen vertrekken (over het algemeen op alle mogelijke manieren, hoe illegaal ook ... ) om de procedure te doen uitdoven. De burgemeester verzegelt de woningen waarvan de toegang ontzegd wordt om te vermijden dat de verhuurder in de verleiding komt om het pand toch opnieuw te verhuren. Leegstaande woningen worden vanaf nu bijgehouden in een gemeentelijk register. Voortaan vormt leegstand een overtreding en leidt die tot een administratieve boete.

    ARTIKEL 23 VAN DE GRONDWET VOORZIET IN HET RECHT OP BEHOORLIJKE HUISVESTING VOOR IEDEREEN

    Wist u dat ?

    De Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie heeft de jaarlijkse gemiddelden opgesteld van de voornaamste cijfergegevens van haar activiteiten:

    bloemblaadjes-gob

    RENOVEREN

    Woningen Neerstalsesteenweg
– Duurzaam wijkcontract Sint-Denijs ©Marc Detiffe

    Al twintig jaar past het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wijkcontracten toe, een origineel stadsvernieuwingsbeleid. Meer dan 1.500 woningen en een honderdtal voorzieningen kwamen tot stand, er werden honderden sociaaleconomische acties gevoerd en een zeer groot deel van de openbare ruimte van de RVOHR (Ruimte met Versterkte Ontwikkeling van Huisvesting en Renovatie) werd gerenoveerd.

    Deze operaties verlopen via een samenwerkingsverband tussen het Gewest en de gemeenten alsook de inwoners van de betrokken wijken. Dit beleid omvat vier belangrijke interventiedomeinen: huisvesting, buurtvoorzieningen, openbare ruimtes en milieuacties.

    Sinds 2014 worden de kandidaten die reageren op de projectoproepen uitgeschreven door het Gewest verzocht zich te baseren op de studie “Gidsplan voor Stadsvernieuwing”, zoals goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 26 september 2013. Het gidsplan is erop gericht een gewestelijk interventiekader te bepalen op het vlak van stadsvernieuwing en de interventies inzake stadsvernieuwing in de toekomstige ZSV (Zone voor Stadsvernieuwing). In de conclusies wordt er benadrukt dat de wijken ontsloten moeten worden om ze open te stellen voor de aangrenzende wijken en de rest van de stad.

    21

    4 NIEUWE PERIMETERS VAN DUURZAME WIJKCONTRACTEN

    Espace Pierron - Duurzaam wijkcontract Cinéma Belle-vue ©Marc Detiffe

    Begin 2010 heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering het uitgebreide programma van de wijkcontracten omgezet in “duurzame wijkcontracten”. Het beleid achter die duurzame wijkcontracten is erop gericht de meest kwetsbare Brusselse stadszones te versterken door concrete stadsvernieuwingsacties te voeren op plaatselijk niveau.

    De programma’s omvatten milieu, huisvesting, openbare ruimtes, buurtvoorzieningen of de sociaaleconomische ontwikkeling van de wijken en hun bevolking. Elk jaar schrijft het Gewest een oproep tot kandidaten uit om de nieuwe perimeters van de duurzame wijkcontracten te bepalen. Er wordt de gemeenten verzocht strategieën uit te werken die de duurzaamheid van de wijken versterken door transversaal en geïntegreerd te werk te gaan: globale acties uitwerken die voorbeeldig zijn op het vlak van duurzaamheid door ze te koppelen aan projecten die gericht zijn op de sociale en economische dimensie.

    Deze oproep tot kandidaten leidde eind 2013 tot de aanwijzing van vier nieuwe perimeters voor de vijfde reeks duurzame wijkcontracten. Het gaat om de perimeters “Abdij” in Vorst, “Jacht-Gray” in Etterbeek, “Verbinding” in Brussel-Stad en “Kleine Zenne” in Sint-Jans-Molenbeek. De projecten nemen meerdere jaren in beslag: één jaar om het programma uit te werken, vier actieve jaren en twee jaren om alle werkzaamheden af te ronden.

    Dit jaar wordt er gefocust op het uitwerken van een pilootproject op milieuvlak, een modelproject dat in de geest moet zijn van het Duurzame Wijkcontract en dat er de kern van moet vormen door het milieu ten dienste van de stedelijke en sociale actie te plaatsen.

    Er worden nog andere punten naar voren geschoven in de aanbevelingen aan de gemeenten. Een greep uit die punten: de creatie van transitwoningen, bijzondere aandacht voor vrouwen bij de projecten inzake opleiding en socioprofessionele inschakeling, de nadruk op de verblijfsfuncties en het ecologische ontwerp van de openbare ruimtes en de prioriteit die verleend wordt aan de voorzieningen voor de jeugd in de huidige context van de bevolkingsgroei van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Bepaalde thema’s waren de vorige jaren ook al aan de orde, maar blijven actueel. Het gaat onder meer over de aandacht voor architecturale kwaliteit in de programma’s en de steun die de bouwmeester-architect op dit vlak kan bieden. Het gaat ook om het constante streven naar burgerparticipatie, zowel vóór als na de programma’s. Vernieuwende praktijken zoals werkgroepen, terreinbezoeken met de bewoners, handelsdiagnoses, stedenbouwkundige forums of workshops vullen met hun resultaten de officiële participatieorganen aan. De volgende fase wordt de implementering van het Gidsplan voor Stadsvernieuwing.

    EIND 2013 WERDEN ER 4 NIEUWE PERIMETERS VAN DUURZAME WIJKCONTRACTEN BEPAALD.

    Wist u dat ?

    Wilt u de interactieve kaart van de duurzame wijkcontracten raadplegen? Meer informatie is te vinden op www.wijken.irisnet.be.

    bloemblaadjes-gob

    UITSTRALEN

    Beeld van Shanghai

    Brussel, een bruisende stad, is niet alleen de hoofdstad van Europa maar ook een wereldstad. We zullen op de volgende pagina’s ontdekken hoe Brussel zich positief doet opmerken op de internationale vastgoedbeurs in Cannes en hoe het Gewest gebruik maakt van de programma’s van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

    Als hoofdstad van de EU heeft Brussel gezorgd voor de nodige structuren om die rol te vervullen: Brussels International, de Vertegenwoordiging van het Gewest bij de Europese Unie of ook nog het Verbindingsbureau Brussel Europa. Het Gewest heeft actief deelgenomen aan de Belgische voorzitterschappen van de Europese Unie in 2001 en tijdens de tweede jaarhelft van 2010. Als gastheer van de Europese instellingen heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tijdens zijn voorzitterschap in 2010 zijn eigen prioriteiten uitgestippeld in overeenstemming met de Europese strategie. Brussel heeft zich dus voorgesteld als een vernieuwend stadsgewest op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, als een stadsgewest dat de strijd aangaat tegen armoede en sociale uitsluiting en als een duurzaam stadsgewest. Maar ook als een stedelijk gebied, als een groeimotor met een uitstraling tot buiten zijn administratieve grenzen en een dynamisch gewest in het centrum van de Europese besluitvorming.

    Ter gelegenheid van dit voorzitterschap heeft het Gewest ook de eerste Veertiendaagse van de Gelijke Kansen en de Diversiteit gelanceerd, wat vanzelfsprekend is in een multiculturele stad als Brussel. De toekomst? In het Europa van de 28 keert het roulerende voorzitterschap om de veertien jaar terug... we zullen dus opnieuw klaarstaan om die uitdaging aan te gaan in 2024! De opdrachten van Brussels International en de Vertegenwoordiging beperken zich natuurlijk niet tot die voorzitterschappen: ze verdedigen dagelijks de stadsbelangen van de Brusselaars in alle Europese beleidslijnen van het Gewest. Dit belet het gewest niet om zich dagdagelijks voor zijn uitstraling in te zetten, in het bijzonder in het kader van Beliris, door bilaterale acties of door deel te nemen aan wereldtentoonstellingen. Beliris is een samenwerkingsverband tussen de Federale Staat en het Gewest om Brussel te promoten als hoofdstad van België en van Europa. Beliris verwezenlijkt bouw-, renovatie- en restauratieprojecten op verschillende domeinen: mobiliteit, sociale huisvesting, groene ruimtes, herwaardering van wijken, cultuur, erfgoed… Er werd binnen Brussel Gewestelijke Coördinatie een cel opgericht die verantwoordelijk is voor de opvolging van die projecten.

    Sinds zijn oprichting heeft het gewest zo’n 25 bilaterale akkoorden gesloten met steden, regio’s en landen. Een van die akkoorden was dat van 2001 met de regio van Rabat- Salé-Zemmour-Zaër in Marokko. De samenwerkingsdomeinen zijn steeds breder geworden wat tot talrijke resultaten geleid heeft, gaande van afvalbeheer tot de integratie van personen met een handicap, interculturele uitwisselingen tussen scholen of sport.

    Brussel krijgt ook uitstraling door deel te nemen aan mondiale evenementen zoals de wereldtentoonstelling van Shanghai in 2010 of de Brusselse dagen in Beijing. Volgende afspraak in Milaan voor de editie 2015!

    22

    OPRICHTING VAN DE CEL EFRO

    “Espace hôtelier Bellevue“: 2,75 miljoen euro van Europa en van het gewest

    Sinds 1990 voert het gewest een intensief beleid om de sociale en territoriale kloof te verkleinen. Zijn strategie berust op drie pijlers: stadsvernieuwing, verbetering van de groene ruimten en sociale cohesie, dit alles in partnerschap met de plaatselijke actoren. Sinds 1994 kan het gewest rekenen op de financiering van het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling), aangevuld met een gelijkwaardige eigen inbreng. De verdediging van deze Europese investering in Brussel is een van de kerntaken in het lobbywerk van Brussels International dat al jaren de stadsdimensie bevordert opdat er meer rekening mee gehouden zou worden bij het bepalen van de Europese strategieën en meer bepaald het cohesiebeleid. De belangrijkste instrumenten? De Duurzame Wijkcontracten, uitgevoerd door de gemeenten en het verenigingsleven, die we elders in dit verslag zullen bespreken.

    Concreet verleent het EFRO rechtstreekse steun voor investeringen in ondernemingen, maar ook in infrastructuur (onderzoek, innovatie, telecommunicatie, milieu, transport), diverse financiële instrumenten en technische bijstand. Dit alles past in een Europese strategie die de toenadering tussen regio’s, het creëren van duurzame werkgelegenheid en de territoriale samenwerking (interregionale samenwerking, enz.) ondersteunt.

    Maar laten we nu concreter zijn en het over projecten hebben. Het Dansaert Centrum, de Ateliers des Tanneurs, Recyclart, de Brouwerij Belle-Vue: het zijn allemaal emblematische plaatsen die ontstaan of gerenoveerd zijn dankzij het EFRO.

    Sinds 2007 coördineert en beheert een specifieke cel het EFRO-fonds. Voor de periode 2007-2015 beschikt ze over 114 miljoen euro waarmee ze tot nu toe 33 projecten steunt, en over meer dan 160 miljoen aan investeringen ten gunste van de centrale wijken waarin bepaalde moeilijkheden duidelijker aanwezig zijn dan in de rest van het gewest.

    Tussen 2007 en 2013 waren de projecten goed voor de toekenning van 205 leningen aan zeer kleine ondernemingen en KMO’s, voor 78 beurzen en voor de renovatie van 23 handelszaken. De acties rond ondernemerschap hebben meer dan 10.000 personen bereikt. Anderzijds werden 600 banen en 100 nieuwe kinderopvangplaatsen gecreëerd.

    Dit jaar luidt het nieuwe programma 2014-2020 in met een nieuwe projectoproep. Dankzij het netwerk dat ze sinds de eerste acties van het EFRO uitgebouwd heeft, speelt de cel een ware rol van interface en bemiddelaar tussen Europa en de plaatselijke actoren. Dit doet ze door terug te vallen op talrijke adviezen: de expertise van andere diensten van de gewestelijke administratie, van de gewestelijke partners en van andere Europese regio’s in vergelijkbare situaties. De cel EFRO controleert ook strikt het gebruik van de fondsen.

    Met de toekomst voor ogen heeft de cel EFRO de EFRO Academy opgericht die tijdens een colloquium in januari ll. van start gegaan is om de projectdragers voor te bereiden om hun kandidatuur in te dienen voor de komende jaren.

    HET DANSAERT CENTRUM, DE TANNEURS, RECYCLART, DE BROUWERIJ BELLE-VUE: ALLEMAAL PLAATSEN GERENOVEERD DANKZIJ HET EFRO

    Wist u dat ?

    Enkele cijfers die een idee geven van de resultaten van de EFRO-fondsen de voorbije jaren:

    Meer info is te vinden op www.bruplus.eu.

    bloemblaadjes-gob

    VOORUITGAAN

    De cartografische website BruGIS®

    De nieuwe technologieën maken al lange tijd deel uit van onze realiteit. Het is dus vanzelfsprekend dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ze volop gebruikt in zijn projecten. Zo geeft het Gewest, zoals we verder zullen zien, een 3D-visualisatie van zichzelf op de internationale vastgoedbeurs MIPIM in Cannes. Maar een andere applicatie barstensvol mogelijkheden zag het licht in 2002 bij de GOB: BruGIS®.

    Waar gaat het om? Een GIS is een geografisch informatiesysteem. Met dit systeem kunnen cartografische en tekstgegevens afkomstig uit verschillende bronnen geraadpleegd en met elkaar in verband gebracht worden.

    De informatie in BruGIS® vertaalt op gebruiksvriendelijke wijze de stedenbouwkundige regelgeving in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Sinds 2009 is de website www.brugis.be toegankelijk voor het brede publiek. De kwaliteit van de gegevens en de grote gebruiksvriendelijkheid van de website zijn het resultaat van talrijke jaren ontwikkeling en intern gebruik bij de GOB. BruGIS® vervangt doeltreffend het raadplegen van papieren plannen en kaarten. Iedereen kan nu de voortdurend bijgewerkte versie van de reglementaire context van een welbepaalde plaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bekijken en er de mogelijkheden en verplichtingen van leren kennen.

    De laatste versie, die van 2013 dateert, werd ontwikkeld onder de OpenSource-technologie (vrije software) om de best mogelijke tool te bieden bij beperkte de evolutieve onderhoudskosten. Deze technologiekeuze en deze filosofie zijn de standaard geworden.

    De BruGIS®-boring, een pas ontwikkelde applicatie, is op het ogenblik enkel bestemd voor de personeelsleden van de GOB. Via deze dienst kunnen we “met één muisklik” een verslag met kaarten en teksten verkrijgen met de volledige hierboven beschreven context voor om het even welk stuk van het grondgebied. Deze nieuwe applicatie heeft al getoond wat ze waard is en zal zeer binnenkort, zodra de gebruikerlicentie in orde is, ter beschikking gesteld worden van het brede publiek en de Brusselse instellingen.

    23

    BRUSSELS REALITY OP MIPIM

    Architecten, stedenbouwkundigen, bouwpromotoren, vertegenwoordigers van overheden zijn gehaaste personen. Om hun aandacht te trekken moet men nieuws maken. Daarom doet de stand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op MIPIM, dat voor de vastgoedsector zoveel betekent als het beroemde Festival voor de hele filmwereld, een beroep op “toegevoegde realiteit”.

    Doelstelling: de professionals naar de stand lokken, ze bekoren met doeltreffendheid, nieuwerwetsheid en innovatie en ze er dus toe brengen te blijven en dan documentatie mee te nemen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is immers een plaats waar geleefd en gewerkt wordt en waar toeristen en deelnemers aan colloquia verwelkomd worden. Het moet zich dus absoluut laten zien op MIPIM en zijn keuze voor duurzame ontwikkeling onderstrepen.

    De realisatie van Brussels Reality, een toegevoegde realiteitsapplicatie die beschikbaar is op tablets en smartphones, is het resultaat van een samenwerking tussen verschillende partners: de directie Externe Communicatie van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling en het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest. Voor het lanceren van de “buzz” werden een miniwebsite en een brochure gecreëerd. Op MIPIM zelf vulden Bluetooth en WiFi het communicatieaspect aan.

    Met het procedé van de “toegevoegde realiteit” is het mogelijk, vanuit een eenvoudig beeld op papier, vastgoedprojecten in drie dimensies te visualiseren. Het volstaat de applicatie te downloaden en dan het beeld te filmen om de theorie van het project om te vormen tot een concrete realiteit. Kortom, het beeld (in dit geval de Iris, het logo van het gewest) verandert in wijken, gebouwen en landschappen met volumes en perspectief. Leuk, net een videospelletje! Bovendien zorgt dit interactieve procedé van “toegevoegde realiteit” ervoor dat de gegevens beter opgenomen worden, en het kan aangepast worden aan verschillende dragers, doelgroepen en inhouden.

    Zo hebben de MIPIM-bezoekers in 2012 de Tivoliwijk bij het kanaal kunnen ontdekken, net als de Picardbrug (die het Noordstation met Tour & Taxis moet verbinden) of ook nog het oude Byhrrgebouw in Laken dat tot een crèche en een pool voor economische activiteiten omgebouwd zal worden.

    Resultaat: een groot succes bij de professionals en de pers. “De technologische palm (hoe kan het ook anders, we zitten immers in Cannes) ging zonder tegenspraak naar de stand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die Brussel liet ontdekken in toegevoegde realiteit” blokletterde Le Soir. De applicatie is al in gebruik sinds 2012 en was ook nog aanwezig op MIPIM 2014. Brussels Reality evolueert immers mettertijd.

    EEN PROCEDÉ DAT EVEN VERNIEUWEND ALS LUDIEK IS EN ALTIJD EEN GROOT SUCCES KENT

    Wist u dat ?

    “Zonder al te technisch te worden nodigt dit nieuwe procedé, dat veel aanhangers zal kennen, de bezoeker uit om zijn smartphone of tablet naar een doel op de stand te richten (heel wat praktischer dan een maquette) om zo de verschillende projecten op zijn scherm te zien verschijnen. De bezoeker moest natuurlijk eerst de specifieke app downloaden, maar het resultaat was werkelijk verbluffend”, Le Soir, 15 maart 2012.

    24

    LANCERING VAN “FIX MY STREET”

    “Fix my street” kunt u vertalen door “Herstel mijn straat”. Iedereen heeft ooit wel eens gekankerd over een ingezakt voetpad, een put in de weg, het ontbreken van markeringen voor een fietspad, enz. Kortom, over eender welke beschadiging van de openbare ruimte. Vanaf einde 2011 pleegden Brussel Mobiliteit, het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest en de negentien Brusselse gemeenten overleg om het project op touw te zetten. Sinds de lancering van de applicatie in het voorjaar van 2013 kunnen de weggebruikers bij de overheden reageren via www.fixmystreet.irisnet.be.

    Tot wie moet u zich richten om schade aan een laan, een plein, een bushalte te melden? De wegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden door meer dan twintig instanties beheerd. Het platform “Fix my street” verzamelt alle klachten van de burgers en geeft die zelf door aan de juiste persoon. De hervorming van het proces voor het beheer van de klachten en de herstellingen was trouwens de grote uitdaging van het project. Op de website kan de plaats van de schade precies gelokaliseerd worden dankzij geolokalisatie. De informatie wordt snel doorgespeeld naar de ad hoc dienst en iedereen kan zijn dossier online opvolgen.

    Op “Fix my street” kunt u dus vanop uw computer of smartphone (na de applicatie gedownload te hebben wel te verstaan) het adres doorgeven van de plaats waar u de schade hebt vastgesteld. Scrollmenu’s helpen u om de plaats (voetpad, wegdek, groene ruimte, enz.) en de aard van de schade (vervaging van de wegmarkering, verzakking, slecht aangeduid fietspad, enz.) te preciseren. Klikklak: neem een detailfoto en een meer algemeen beeld om het dossier volledig te maken. Er rest u alleen nog uw gegevens in te vullen en te laten weten of u op de hoogte wilt gehouden worden van het verloop van het dossier. Elke surfer kan op de website ook de stand van de klachtenbehandeling bekijken.

    De website vermeldt het juiste aantal klachten dat tijdens de voorbije 30 dagen werd ingediend en ook de klachten die behandeld worden en het aantal dossiers dat afgesloten is. Een klacht bereikt de betrokken dienst in minder dan vijf dagen en de schade wordt gemiddeld in minder dan twee maanden hersteld. Langere termijnen gelden alleen voor ruimten waar snel voor een globalere heraanleg gekozen wordt. In de toekomst zal nog op meer vlakken tussengekomen worden om meer incidenten te kunnen behandelen: straatverlichting, stadsmeubilair, netheid, enz.

    DE PRECIEZE INFORMATIE (VIA GEOLOKALISATIE) WORDT SNEL DOORGESPEELD NAAR DE DIENST DIE DE HERSTELLING ZAL UITVOEREN.

    Wist u dat ?

    Welk parcours volgt de klacht? Zodra de betrokken gemeente op de hoogte is van het probleem geeft ze het door aan de bevoegde dienst of aan een dossierbeheerder. Schade die de meeste gebruikers aanbelangt of die reële risico’s inhoudt, wordt bij voorrang behandeld. Elke surfer kan ook bijkomende informatie verschaffen of kan melden dat het probleem opgelost is. De afgesloten incidenten blijven als dusdanig op de website gedurende dertig dagen.

    bloemblaadjes-gob

    ZICH VERNIEUWEN

    Zich vernieuwen is een must. De burgers verwachten steeds meer van hun openbare diensten. De regering vertaalt die verwachtingen in ambitieuze doelstellingen.

    De voorbije jaren heeft de GOB dan ook een grondige gedaanteverwisseling ondergaan! Dit is gebeurd door zijn “processen”, d.w.z. zijn “werkmethoden”, zijn vakgebieden te evalueren en te herwerken. Deze transformatie is gebaseerd op verschillende pijlers: klant- en resultaatgerichtheid, kwaliteit van de dienstverlening, effi ciëntie en uitmuntendheid. Men werkt er zoveel mogelijk op transversale wijze. De personeelsleden werken op basis van doelstellingen en worden geëvalueerd. Strategische cellen en een cel kwaliteit buigen het hoofd over de middelen om onze werkwijze nog te vervolmaken. Met boordtabellen kunnen de resultaten geëvalueerd worden.

    Dit valt niet onder de “interne keuken” of een leven achter de coulissen waarvan de toeschouwer niets zou willen weten: de laatste schakel is de burger. Al deze gedaanteverwisselingen, die veel van de personeelsleden eisen omdat ze in een strak tempo worden doorgevoerd, dienen slechts één doel: een betere dienstverlening aan onze gebruikers die niet langer zo maar bestuurden zijn die verzocht worden zich te onderwerpen aan een bureaucratische en onverschillige machine. De kwaliteit verbeteren van de dienst die wij u verlenen, is dus onze prioriteit!

    25

    EEN GRONDIGE VERNIEUWING

    In 2012 beschikte de GOB voor het eerst over een transversaal meerjarig strategisch en operationeel plan getiteld “Brussels in Motion. Towards Innovation en Excellence 2017”, vergezeld van een opvolgingsmechanisme. Een dergelijk plan was noodzakelijk want bovenop een visie en een richtpunt moeten veranderingen, evolutie en vernieuwing gepland en georganiseerd worden om doeltreffend te zijn. Dit plan wordt aangevuld met strategische plannen voor elke van onze operationele competenties.

    Onze Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is vernieuwd.

    We beschikken voortaan over een nieuwe structuur, nieuwe organogrammen. Fundamenteler nog is dat het personeelsbestand van de GOB weerspiegeld wordt in een nieuwe personeelsformatie met een globale stabilisering van de tewerkstelling. Deze personeelsformatie is tot stand gekomen naar aanleiding van een grondige analyse van onze voornaamste “werkmethoden” (Bru+). De externe consultant is met name tot de slotsom gekomen dat onze human resources voor 96% gerechtvaardigd zijn; 4% kan geoptimaliseerd worden. Dit is een uitstekend rapport.

    We beschikken over nieuwe duurzame taalkaders en over een nieuw statuut. We maken ons eerste “meerjarige personeelsplan” op. Er werd een cel voor het toezicht op de overheidsopdrachten opgericht. Er vindt een concurrentiedialoog plaats om al onze diensten tegen 2018 in een modern en toonaangevend gebouw van 40.000 m² onder te brengen. Er is een “historische” bevorderingsreeks afgewerkt: meer dan 210 personen zijn de voorbije maanden bevorderd.

    We professionaliseren de ondersteuning van onze personeelsleden en spelen een gewestelijke coördinatierol in sommige domeinen.

    We zorgen voor een betere dienstverlening aan de andere interne diensten via de reorganisatie van de teams, de voorbereiding van “dienstencatalogussen”, de onderhandeling van “dienstencontracten” met kwaliteitsdoelstellingen en termijnen, de oprichting van “éénloketten” voor informatie en vragen, met een opvolgings- en antwoordgarantie en tevredenheidsmeting.

    De Gewestelijke Overheidsdienst Brussel heeft de zesde staatshervorming actief voorbereid door het Brusselse platform te dirigeren dat de Brusselse gewestelijke openbare actoren rond deze thematiek verzameld heeft.

    We bereiden het gewestelijke beleid proactief voor en ontwikkelen onze expertise.

    Met als doel er een uitmuntendheids- en expertisecentrum van te maken, hebben we voortgewerkt aan de ontwikkeling van het BISA, van de cel van de Bouwmeester, van het EFRO of de New Deal.

    We beschikken over een ambitieus vormingsplan van bijna 900.000 euro, dat jaarlijks aangepast en aangevuld wordt om de competenties van onze personeelsleden te ontwikkelen. Het aantal personeelsleden dat een opleiding bij de GOB gevolgd heeft, is in stijgende lijn tegenover 2013 en bedraagt nu 86%.

    We hebben een gediversifieerd personeelsbestand. Op basis van het meerjarige diversiteitsplan, dat becijferde en meetbare doelstellingen omvat, worden bij de GOB een reeks interne acties uitgevoerd. 20% van onze personeelsleden is van buitenlandse origine. Het aantal vrouwen in functies met beslissingsbevoegdheid is met meer dan 50% toegenomen en 25% van onze personeelsleden telewerkt. De GOB leidt het platform rond integrale toegankelijkheid.

    We verkleinen onze ecologische voetafdruk. Er werd een coördinatrice “duurzame ontwikkeling” aangesteld. We behaalden een ster in het kader van het label ecodynamische werkgever, een tweede ster is een haalbare kaart. Er werd een duurzaam aankoopplan opgesteld. Het globaal plan voor het klassement en de archivering zal de hoeveelheid papier aanzienlijk doen dalen en zal het mogelijk maken de nuttigste documenten te digitaliseren. De vernieuwing van het wagenpark is aan de gang, met een daling van het aantal voertuigen met 25%, en het nieuwe park zal voor 70% uit elektrische en hybride voertuigen bestaan.

    We maximaliseren de administratieve vereenvoudiging. Er werden meerdere studies volgens het “standaardkostenmodel” uitgevoerd om de administratieve lasten te meten. Zestig formulieren werden vereenvoudigd en verspreid via het gewestelijke platform Irisbox. Dankzij het elektronische loket Irisbox kunnen de burgers, verenigingen en ondernemingen al hun administratieve handelingen in enkele muisklikken uitvoeren. We hebben het project voorbereid voor de oprichting binnen de GOB van een commissariaat voor administratieve vereenvoudiging dat op dit domein belast is met het samenbrengen van de andere Brusselse ION’s.

    We hebben gezorgd voor nieuwe performantere en snellere technologieën door een verreikend progressief informaticabeleid uit te stippelen: een IT-masterplan werd samen met een meerjarig projectenplan en een bureauticaplan goedgekeurd. De vastlegging en de vereffening van uitgaven gebeuren voortaan met een elektronische handtekening. Momenteel wordt er gewerkt aan een portaalsite waar men met enkele muisklikken toegang zal hebben tot alle juridische informatie in verband met onze gewestelijke bevoegdheden of door ons toegepaste materies.

    De GOB heeft zich niet tevredengesteld met een inhoudelijke transformatie maar heeft ook de vorm en zijn imago aangepakt. De nieuwe dynamiek van onze administratie, haar nieuwe bezieling, moesten door een nieuwe naam gedragen worden. Dit is dan ook gebeurd want in 2013 is het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel geworden!

    “Je ziet vanbuiten goed wat het vanbinnen doet.” Die slogan voor een welbekend zuivelproduct gaat ook op voor de nieuwe grafische identiteit van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. Verenigen en verzamelen rond een gemeenschappelijk project was wel heel noodzakelijk gebleken want het brede publiek kende amper de gewestelijke administratie.

    Na een eerste interne studie heeft een extern bedrijf zijn conclusies neergelegd. Dit was de aanzet voor een nieuwe, moderne en duidelijke “look” en van een nieuwe naam om de dienstverlening aan het publiek nog beter op de voorgrond te plaatsen.

    Elk Bestuur beschikt voortaan over een bijzondere kleur en een eigen logo maar samen gebruiken ze het embleem van het gewest: een iris waarvan de bloembladen een hart omarmen – zo legt ze tegelijk de nadruk op het menselijke aspect als op het feit dat Brussel het centrum is van een land en van Europa.

    ALLE GROTE ORGANISATIES BESCHIKKEN OVER EEN VISUELE IDENTITEIT. DE VISUELE IDENTITEIT IS SAMENGESTELD UIT VERSCHILLENDE ELEMENTEN: DE NAAM VAN DE ORGANISATIE, DE SLOGAN, HET LOGO, DE KLEUREN, HET LETTERTYPE, DE LETTERGROOTTE, ENZ.

    U wilt weten hoe de nieuwe huisstijl van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel eruitziet? Afspraak op www.gob.irisnet.be/huisstijl

    bloemblaadjes-gob

    CONCLUSIE

    In het licht van de 25 markante feiten die we aangehaald hebben, dringt één vaststelling zich op: wat een afgelegde weg! Brussel is wel degelijk een volwaardig gewest geworden dat zelf zijn lot bepaalt. De Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is een volwassen en moderne administratie die klaar is om de uitdagingen aan te gaan waarmee ons gewest in de komende jaren geconfronteerd zal worden. Vier uitdagingen verdienen meer uitleg.

    De uitdaging van de zesde staatshervorming

    De zesde staatshervorming heeft sinds 1 januari 2014 de bevoegdheden van alle gefedereerde entiteiten, waaronder het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgebreid. In dat kader coördineert Brussel Gewestelijke Coördinatie die overdracht van bevoegdheden die de interne organisatie van de hele administratie dooreen zal schudden: nieuwe personeelsleden, nieuwe opdrachten en een reorganisatie van de diensten. Nemen we het voorbeeld van Brussel Economie en Werkgelegenheid. Dit bestuur zal bevoegd worden voor de behandeling van de aanvragen om beroepskaarten en voor de toegang tot bepaalde beroepen (commerciële, ambachtelijke of gerelateerd aan ambulante en kermisactiviteiten). Brussel Mobiliteit zal op zijn beurt nieuwe opdrachten krijgen zoals de erkenning van rijscholen, de organisatie van de technische controle van voertuigen en hun homologatie, het op touw zetten van educatieve en sensibiliseringsacties op het vlak van verkeersveiligheid, de uitreiking van vergunningen voor uitzonderlijk transport, enz.

    De maximalisering van de administratieve vereenvoudiging voor alle gebruikers

    Administratieve vereenvoudiging is een gemeenschappelijke doelstelling van de hele GOB. De vermindering van de administratieve lasten, de digitalisering van bepaalde formulieren en de snelheid van uitvoering met het oog op tijd- en geldwinst voor de gebruikers en de personeelsleden, zijn prioriteiten voor Brussel Gewestelijke Coördinatie, dat het administratieve vereenvoudigingsplan van de GOB coördineert en uitvoert. Deze maximalisering van de administratieve vereenvoudiging is een globale strategische krachtlijn van onze gewestelijke administratie: Brussel Plaatselijke Besturen streeft er bijvoorbeeld naar de uitoefening van zijn toezicht op de plaatselijke besturen te dematerialiseren dankzij een elektronische overdrachtstoepassing met elektronische handtekening en softwareprogramma’s en samenwerkingsinterfaces tussen de gewestelijke administratie en de gemeenten/OCMW’s. Brussel Stedelijke Ontwikkeling is op zijn beurt van plan de stedenbouwkundige regelgeving te vereenvoudigen door “grote kuis” te houden in de wetgevende teksten om de burgers en technici in staat te stellen de regelgeving en de beslissingen van de verantwoordelijke overheden beter te begrijpen. Brussel Financiën en Begroting wil dan weer het gedigitaliseerde behandelingsproces van dossiers die al heel wat jaren in behandeling zijn bij verschillende besturen van de GOB met name via e-facturering rond krijgen.

    Een goed financieel bestuur

    Gezonde en evenwichtige overheidsfi nanciën zijn een essentiële voorwaarde om het door de Rregering gewenste beleid uit te voeren. Het is dus onontbeerlijk dat de GOB de financiën en de begroting goed beheert om deze openbare acties te doen slagen. Brussel Financiën en Begroting, dat deze materie beheert, streeft naar een goed gewestelijk fi nancieel beheer door naar buiten te treden als een pool voor expertise, advies en ondersteuning voor het hele Brusselse Gewest.

    De demografische uitdaging

    De Brusselse bevolking zal met 200.000 inwoners toenemen tegen 2020, wat neerkomt op een jaarlijkse aanwas van meer dan 20.000 burgers. Deze groei zal zich laten voelen op gebied van infrastructuren (crèches, scholen, woningen,...), mobiliteit, stadsontwikkeling, enz. Grote uitzonderlijke investeringsprojecten zijn gepland, met name: het Pulsarproject voor de automatisering van de metrolijnen 1 en 5, de aanleg van een tramtunnel en een wegtunnel onder het Meiserplein, de ontwikkeling van de metrolijn op het noordelijke deel van de Noord-Zuidas, enz.

    Kortom, de komende jaren zullen gewijd worden aan het consolideren van de al behaalde resultaten, aan het afwerken, stabiliseren en versterken van de aangevatte hervormingen maar vooral aan het bewijzen aan onze klanten, gebruikers, stakeholders en toezichthoudende overheden dat deze veranderingen zorgen voor een betere werking en dus ook een betere dienstverlening. De kwaliteit van de geleverde dienstverlening blijft uiteindelijk onze voornaamste doelstelling, waarbij de openbare dienst zich positioneert als een geloofwaardige en verenigende speler waarop u kunt steunen.